Personen in huishoudens naar leeftijd en geslacht, 1 januari
Gewijzigd op: 22 mei 2024
- Lijngrafiek
- Verticale staaf
- Horizontale staaf
- Let op: selectie wordt aangepast
Grafische presentatie
Delen
Gekopieerd naar klembord
- Tabeltoelichting
- Onderwerpen/classificaties
Tabelinformatie
Personen in huishoudens naar leeftijd en geslacht, 1 januari
INHOUDSOPGAVE 1. Toelichting 2. Definities en verklaring van symbolen 3. Koppelingen naar relevante tabellen en artikelen 4. Bronnen en methoden 5. Meer informatie 1. TOELICHTING Deze publicatie bevat informatie over personen in huishoudens in Nederland per 1 januari naar positie in het huishouden, geslacht en leeftijd. Gegevens beschikbaar vanaf: 1995. Status van de cijfers: Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief. Wijzigingen per 22 mei 2024: De cijfers per 1 januari 2024 zijn toegevoegd. Wanneer komen er nieuwe cijfers? In het 2e kwartaal van 2025 worden de definitieve cijfers per 1 januari 2025 toegevoegd. 2. DEFINITIES EN VERKLARING VAN SYMBOLEN Definities: Huishouden Particulier of institutioneel huishouden. Institutioneel huishouden Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats. Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven. Leeftijd Het aantal gehele jaren dat op 1 januari van het jaar van waarneming is verstreken sinds de geboortedatum van de persoon. Particulier huishouden Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften. Positie in het huishouden Plaats die een persoon in een huishouden inneemt ten opzichte van de referentiepersoon van het huishouden. Referentiepersoon Lid van het huishouden ten opzichte van wie de posities van de andere leden in het huishouden worden bepaald en van wie de kenmerken eventueel ook aan het huishouden worden toegekend. Uit de leden van het huishouden wordt de referentiepersoon als volgt gekozen: - als er een paar is binnen het huishouden: de man; - als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar; - in een eenouderhuishouden: de ouder; - in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of - als deze ontbreekt - de oudste meerderjarige vrouw. Verklaring van symbolen: niets (blanco) : het cijfer kan op logische gronden niet voorkomen . : het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim * : voorlopige cijfers ** : nader voorlopige cijfers 3. KOPPELINGEN NAAR RELEVANTE TABELLEN EN ARTIKELEN Relevante tabellen: Particuliere huishoudens naar samenstelling en grootte, 1 januari Huishoudens; typering naar grootte, 1 januari Particuliere huishoudens; samenstelling en herkomstland, 1 januari Huishoudens naar migratieachtergrond, 1 januari 2001 - 2019 Bevolking; positie in het huishouden, herkomstland, 1 januari Personen; positie in het huishouden, migratieachtergrond, 1 jan; 1997-2023 Een compleet overzicht van beschikbare informatie over bevolking, huishoudens en demografische prognoses en hun onderlinge samenhang is te vinden op de themapagina Bevolking. 4. BRONNEN EN METHODEN Trendbreuk nagekomen berichten Vanaf verslagjaar 2010 worden méér nagekomen berichten meegeteld. Voor een beschrijving van nagekomen berichten en de gevolgen voor de cijfers in de tabel zie de korte onderzoeksbeschrijving Bevolkingsstatistiek. Trendbreuk (personen in) institutionele huishoudens De belangrijkste bronnen voor de waarneming vanaf 2014 zijn: Registratie van het CAK van zowel bijdrageplichtige zorg in natura als bijdrageplichtige zorg gefinancierd uit een persoonsgebonden budget aan personen van 18 jaar of ouder, waarvan de kosten voor rekening komen van de Wlz (Wet langdurige zorg, voorheen AWBZ), institutionele adressen op basis van zorgkaartnederland.nl, en adressenlijsten voor de overige typen instellingen zoals bijvoorbeeld asielzoekerscentra en gevangenissen. Zie verder de korte onderzoekbeschrijving. De institutionele huishoudens worden met de nieuwe methodiek die vanaf 2014 is toegepast beter waargenomen. Tevens zijn vanaf 2014 asielzoekers die woonachtig zijn in asielzoekerscentra en als ingezetene ingeschreven staan in de basisregistratie personen (BRP) bij de institutionele huishoudens ingedeeld. Als gevolg van deze wijzigingen werden in 2014 249 duizend personen in institutionele huishoudens geteld, naar schatting circa 35 duizend meer dan met de oude methode geteld zouden worden. Trendbreuk (personen in) particuliere huishoudens Door de verbeterde waarneming van personen in institutionele huishoudens treedt vanaf 2014 een trendbreuk op in de ontwikkeling van het aantal eenpersoonshuishoudens/alleenstaanden. Circa 35 duizend personen die eerst voornamelijk als alleenstaanden getypeerd waren, verschuiven nu naar de institutionele huishoudens. Het aantal alleenstaanden steeg daardoor van 2013 op 2014 met maar duizend personen. Van 2012 op 2013 was die stijging nog 41 duizend personen. Ook de totale stijging van het aantal huishoudens liep als gevolg hiervan terug van 57 duizend van 2012 op 2013 naar 21 duizend van 2013 op 2014. Vanaf 2011 is er voor de samenstelling van huishoudensgegevens gebruik gemaakt van een nieuwe productiemethode. In deze nieuwe methode worden voor het bepalen van de huishoudenssamenstelling naast de gegevens uit het gemeentelijke bevolkingsregister ook belastingdienstgegevens over samenwonende paren gebruikt. De uitkomsten op basis van de nieuwe methode sluiten goed aan op de voorgaande uitkomsten, maar er treden vanaf 2011 wel kleine verschuivingen op in het aantal huishoudens naar samenstelling. De grootste verandering betreft het aantal overige huishoudens en de niet-gehuwde paren. In 2011 valt het aantal overige huishoudens 10 duizend lager uit dan in 2010. Het aantal niet gehuwde paren valt navenant hoger uit. Trendbreuk burgerlijke staat Vanaf 2010 is een kleine verschuiving tussen de verschillende burgerlijke staten opgetreden (minder ongehuwd en meer gescheiden en verweduwd). Dit komt omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt. De burgerlijke staten 'verweduwd na partnerschap' en 'gescheiden na partnerschap' worden daardoor binnen deze statistiek binnen deze periode genegeerd. Voor deze statistiek betekent dit dat de burgerlijke staat van vóór het partnerschap is gebruikt, welke in de meeste gevallen ongehuwd was. Vanaf 2010 zijn alle burgerlijke staten beschikbaar. De beschrijving van het onderzoek is te vinden bij de korte onderzoeksbeschrijving Huishoudensstatistiek. De gegevens in de tabel zijn vanaf 1 januari 2015 samengesteld met behulp van het Stelsel van Sociaal-Statistische Bestanden (SSB). 5. MEER INFORMATIE Infoservice Copyright (c) Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen Verveelvoudiging is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld.
-
Onderwerpen
-
Totaal personen in huishoudens
Totaal aantal personen in huishoudens. Huishouden: Particulier of institutioneel huishouden. Particulier huishouden: Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften. Institutioneel huishouden: Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats. Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
-
Personen in particuliere huishoudens
Particulier huishouden: Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
-
Totaal personen in particuliere huish...
Totaal aantal personen in particuliere huishoudens.
-
Thuiswonend kind
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders. Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
-
Alleenstaand
Persoon die alleen in een woonruimte woont en een eenpersoonshuishouden vormt. Tot alleenstaanden worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren. Alleenstaanden kunnen een relatie hebben en zelfs gehuwd zijn met een persoon met wie ze niet samenwonen.
-
Samenwonend
Persoon die samen met iemand anders (ongeacht geslacht) als paar, al dan niet met elkaar gehuwd, al dan niet als geregistreerd partners en al dan niet met kinderen, een particulier huishouden vormt
-
Totaal samenwonende personen
-
Partner in niet-gehuwd paar zonder ki...
Partner in niet-gehuwd paar zonder kinderen Person die een niet-gehuwd paar vormt met een andere persoon in een particulier huishouden zonder thuiswonende kinderen. In een huishouden wordt slechts één paar aangewezen. Niet-gehuwd paar: Twee personen die een samenwoonrelatie hebben maar niet met elkaar zijn gehuwd of een partnerschapsregistratie hebben gesloten. Partnerschapsregistratie: Een op het huwelijk lijkende vorm van vastlegging van een relatie in een akte van de Burgerlijke Stand. De registratie staat open voor paren van gelijk en van verschillend geslacht. De registratie is ingevoerd in Nederland per 1 januari 1998. Thuiswonend kind: Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders. Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
-
Partner in gehuwd paar zonder kinderen
Partner in gehuwd paar zonder kinderen: Persoon die een gehuwd paar vormt met een andere persoon in een particulier huishouden zonder thuiswonende kinderen. In een huishouden wordt slechts één paar aangewezen. Gehuwd paar: Twee personen die met elkaar gehuwd zijn of samen een geregistreerd partnerschap hebben gesloten. Partnerschapsregistratie: Een op het huwelijk lijkende vorm van vastlegging van een relatie in een akte van de Burgerlijke Stand. De registratie staat open voor paren van gelijk en van verschillend geslacht. De registratie is ingevoerd in Nederland per 1 januari 1998. Thuiswonend kind: Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders. Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
-
Partner in niet-gehuwd paar met kinderen
Partner in niet-gehuwd paar met kind(eren): Persoon die een niet-gehuwd paar vormt met een andere persoon in een particulier huishouden met één of meer thuiswonende kinderen. In een huishouden wordt slechts één paar aangewezen. Niet-gehuwd paar: Twee personen die een samenwoonrelatie hebben maar niet met elkaar zijn gehuwd of een partnerschapsregistratie hebben gesloten. Partnerschapsregistratie: Een op het huwelijk lijkende vorm van vastlegging van een relatie in een akte van de Burgerlijke Stand. De registratie staat open voor paren van gelijk en van verschillend geslacht. De registratie is ingevoerd in Nederland per 1 januari 1998. Thuiswonend kind: Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders. Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet..
-
Partner in gehuwd paar met kinderen
Partner in gehuwd paar met kind(eren): Persoon die een gehuwd paar vormt met een andere persoon in een particulier huishouden met één of meer thuiswonende kinderen. In een huishouden wordt slechts één paar aangewezen. Gehuwd paar: Twee personen die met elkaar gehuwd zijn of samen een geregistreerd partnerschap hebben gesloten. Partnerschapsregistratie: Een op het huwelijk lijkende vorm van vastlegging van een relatie in een akte van de Burgerlijke Stand. De registratie staat open voor paren van gelijk en van verschillend geslacht. De registratie is ingevoerd in Nederland per 1 januari 1998. Thuiswonend kind: Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders. Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
-
-
Ouder in eenouderhuishouden
Ouder in eenouderhuishouden: Persoon in een particulier huishouden die een ouder-kindrelatie heeft met één of meer thuiswonende kinderen en die geen partner heeft in hetzelfde huishouden. Eenouderhuishouden: Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen. Thuiswonend kind: Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders. Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
-
Overig lid huishouden
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden. Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan een kostganger die bij een gezin inwoont, een persoon die samen met een broer of zus één huishouden vormt, of een pleegkind.
-
-
Personen in institutionele huishoudens
Totaal aantal personen in institutionele huishoudens. Institutioneel huishouden: Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats. Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
-
-
Geslacht
-
Totaal mannen en vrouwen
-
-
Leeftijd
-
Totaal
-
-
Perioden
-
1995
-
2000
-
2005
-
2010
-
2015
-
2020
-
2021
-
2022
-
2023
-
2024
-
Variabelen kunnen gesleept worden naar de kop, rijen of kolommen van de tabel. In de kop is maar één item van een variabele te selecteren.
| ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||||||||||
| Totaal personen in huishoudens | Personen in particuliere huishoudens Totaal personen in particuliere huish... | Thuiswonend kind | Alleenstaand | Samenwonend Totaal samenwonende personen | Partner in niet-gehuwd paar zonder ki... | Partner in gehuwd paar zonder kinderen | Partner in niet-gehuwd paar met kinderen | Partner in gehuwd paar met kinderen | Ouder in eenouderhuishouden | Overig lid huishouden | Personen in institutionele huishoudens | ||
aantal | ||||||||||||||
Totaal | 1995 | 15 424 122 | 15 176 387 | 4 546 361 | 2 109 149 | 7 910 309 | 837 115 | 2 849 232 | 199 212 | 4 024 750 | 360 754 | 249 814 | 247 735 | |
2000 | 15 863 943 | 15 639 815 | 4 541 102 | 2 272 219 | 8 196 032 | 989 259 | 3 042 126 | 325 531 | 3 839 116 | 384 318 | 246 144 | 224 128 | ||
2005 | 16 305 526 | 16 092 324 | 4 634 684 | 2 449 378 | 8 298 507 | 996 744 | 3 127 616 | 497 083 | 3 677 064 | 444 124 | 265 631 | 213 202 | ||
2010 | 16 574 989 | 16 366 302 | 4 582 223 | 2 669 516 | 8 351 932 | 1 011 414 | 3 243 236 | 661 046 | 3 436 236 | 486 250 | 276 381 | 208 687 | ||
2015 | 16 900 726 | 16 655 932 | 4 569 209 | 2 867 797 | 8 420 057 | 1 062 311 | 3 302 758 | 807 030 | 3 247 958 | 545 289 | 253 580 | 244 794 | ||
2020 | 17 407 585 | 17 148 722 | 4 643 605 | 3 079 778 | 8 574 862 | 1 179 832 | 3 344 778 | 894 568 | 3 155 684 | 589 975 | 260 502 | 258 863 | ||
2021 | 17 475 415 | 17 216 655 | 4 637 308 | 3 097 117 | 8 622 770 | 1 240 158 | 3 340 610 | 915 288 | 3 126 714 | 593 871 | 265 589 | 258 760 | ||
2022 | 17 590 672 | 17 328 133 | 4 638 955 | 3 172 564 | 8 655 582 | 1 266 754 | 3 349 236 | 932 163 | 3 107 429 | 596 408 | 264 624 | 262 539 | ||
2023 | 17 811 291 | 17 535 267 | 4 683 450 | 3 266 042 | 8 702 082 | 1 277 524 | 3 355 286 | 940 378 | 3 128 894 | 610 633 | 273 060 | 276 024 | ||
2024 | 17 942 942 | 17 653 766 | 4 670 903 | 3 340 560 | 8 737 472 | 1 302 376 | 3 375 340 | 939 236 | 3 120 520 | 618 056 | 286 775 | 289 176 |
Bron: CBS