Groeirekeningen; nationale rekeningen
Gewijzigd op: 29 september 2023
- Lijngrafiek
- Verticale staaf
- Horizontale staaf
- Let op: selectie wordt aangepast
Grafische presentatie
Delen
Gekopieerd naar klembord
- Tabeltoelichting
- Onderwerpen/classificaties
Tabelinformatie
Groeirekeningen; nationale rekeningen
INHOUDSOPGAVE 1. Toelichting 2. Definities en verklaring van symbolen 3. Koppelingen naar relevante tabellen en artikelen 4. Bronnen en methoden 5. Meer informatie 1. TOELICHTING Deze tabel bevat de uitkomsten van de Nederlandse groeirekeningen. De groeirekeningen laten zien welke bijdragen de verschillende productiemiddelen hebben geleverd aan de economische groei. Zo kan worden bepaald welk deel van de productiegroei wordt verklaard door een verandering in de inzet van kapitaal (K), arbeid (L), energie (E), materialen (M) of diensten (S). Uit de uitkomsten van de groeirekeningen kan ook de bijdrage van de multifactorproductiviteit worden afgeleid. Dit is het deel van de groei (van de productie of toegevoegde waarde) dat niet kan worden toegerekend aan één van de verschillende productiemiddelen. Multifactorproductiviteit is daarmee een belangrijke maatstaf voor de productiviteit van de Nederlandse economie. Doordat met alle bekende inputs van het productieproces rekening wordt gehouden, levert de multifactorproductiviteit een breder beeld van de productiviteit dan de van oudsher gehanteerde arbeidsproductiviteit. In deze tabel worden ook de onderliggende data, kapitaalproductiviteit en de arbeidsproductiviteit gepubliceerd. De gegevens over de geconsolideerde productie en verbruik, samen met de groeirekeningen op basis van geconsolideerde productie zijn weggelaten voor de jaren 1995-2014. Dit komt doordat voor deze jaren geen input-output tabel met volumeontwikkelingen beschikbaar was. Gegevens beschikbaar vanaf 1995. Status van de cijfers: De gegevens van 2021 en 2022 zijn voorlopig. De overige cijfers zijn definitief. Wijzigingen per 29 september 2023. Cijfers over de periode 2020 en 2021 zijn geüpdatet. Voor 2022 zijn nieuwe cijfers toegevoegd. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft in 2018 een revisie uitgevoerd van de nationale rekeningen. Hierbij worden nieuwe statistische bronnen en ramingsmethoden gebruikt. Deze tabel geeft de cijfers na revisie weer. Voor aanvullende informatie zie paragraaf 3. Wanneer komen er nieuwe cijfers? Na afloop van het verslagjaar worden na ongeveer 9 maanden voorlopige cijfers gepubliceerd. Na 33 maanden worden de definitieve cijfers gepubliceerd. 2. DEFINITIES EN VERKLARING VAN SYMBOLEN Definities: Bijdrage van multifactorproductiviteit: De verandering van de productie (of toegevoegde waarde) gegeven een gelijkblijvende verzameling van productiemiddelen, zoals kapitaal, arbeid, energie, materialen of diensten. Dit kan ontstaan door bijvoorbeeld technologische vooruitgang, schaalvoordelen, veranderingen in bezettingsgraden en incidentele factoren zoals weersomstandigheden (bijvoorbeeld in de landbouw). De bijdrage van multifactorproductiviteit op basis van geconsolideerde productie wordt berekend door de geconsolideerde productie te verminderen met de bijdrage van arbeid, kapitaal en verbruik. De bijdrage van multifactorproductiviteit op basis van toegevoegde waarde wordt berekend door de toegevoegde waarde te verminderen met de bijdrage van arbeid en kapitaal. Inputs in het productieproces: De inputs in het productieproces zijn kapitaal, arbeid en intermediair verbruik. Het intermediair verbruik kan verder worden opgesplitst in energie (E), materialen (M) en diensten (S). Arbeid kan verder worden opgesplitst in de een uren component en een compositie-effect. Kapitaal in deze tabel is opgesplitst in ICT-kapitaal en niet-ICT-kapitaal. Indien het productieproces wordt opgevat als de creatie van toegevoegde waarde worden alleen kapitaal en arbeid beschouwd als inputs. Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008): De Nederlandse hiërarchische indeling van economische activiteiten die door het CBS wordt gebruikt om bedrijfseenheden in te delen naar hun hoofdactiviteit. De SBI 2008 is de versie die vanaf 2008 gebruikt wordt. “Bedrijfstak” of “branche” zijn gangbare termen voor groepen van bedrijven met dezelfde hoofdactiviteit. Het CBS hanteert voor de indeling van bedrijven naar hoofdactiviteit de zogenoemde Standaard Bedrijfsindeling (SBI). Bedrijven in een bedrijfstak of branche kunnen naast deze activiteit ook andere activiteiten (nevenactiviteiten) uitoefenen. De SBI 2008 kent meerdere niveaus die aangegeven worden door maximaal vijf cijfers. Het niveau van vier cijfers komt vrijwel overeen met de indeling van de Europese Unie (NACE). De eerste twee cijfers komen overeen met die van de indeling van Verenigde Naties (ISIC). Verklaring van symbolen: niets (blanco) : het cijfer kan op logische gronden niet voorkomen . : het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim * : voorlopige cijfers ** : nader voorlopige cijfers De cijfers zijn afgerond op miljoenen euro's. Hierdoor kan het voorkomen, dat de som van de detailgegevens afwijkt van het totaal. 3. KOPPELINGEN NAAR RELEVANTE TABELLEN EN ARTIKELEN Relevante tabellen: Deze tabel bevat gegevens die aansluiten op de meest recente revisie van de nationale rekeningen. Gegevens vóór revisie zijn te vinden in tabel Groeirekeningen; nationale rekeningen 1995-2016. Relevante artikelen: Informatie over de revisie 2015 van de nationale rekeningen. Informatie over het publicatie- en revisiebeleid en de bijstellingen van de nationale rekeningen. Meer informatie is te vinden op de themapagina Macro-economie. 4. BRONNEN EN METHODEN De onderzoeksmethode van deze tabel is te vinden in de onderzoeksbeschrijving Productivity measurement at Statistics Netherlands. 5. MEER INFORMATIE Infoservice Copyright (c) Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen Verveelvoudiging is toegestaan, mits CBS als bron wordt vermeld.
-
Onderwerpen
-
Groeirekeningen
Hierin wordt de volumeontwikkeling van de geconsolideerde productie of toegevoegde waarde toegerekend aan de verschillende productiemiddelen en aan multifactorproductiviteit.
-
Op basis van toegevoegde waarde
Groeirekeningen op basis van toegevoegde waarde. Hierin wordt de volumeontwikkeling van de toegevoegde waarde toegerekend aan de verschillende productiemiddelen en aan multifactorproductiviteit. De bijdragen worden gemeten in procentpunten. De bijdragen van arbeid, kapitaal en multifactorproductiviteit tellen samen op tot de volumeontwikkeling van de toegevoegde waarde.
-
Toegevoegde waarde
Gewaardeerd tegen basisprijzen per bedrijfsklasse gelijk aan het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het intermediair verbruik (aankoopprijzen).
-
Bijdrage arbeid
Dat deel van de volumeverandering van de toegevoegde waarde dat wordt veroorzaakt door veranderingen in de inzet van arbeid.
-
Bijdrage uren
Dat deel van de volumeverandering van de toegevoegde waarde dat veroorzaakt wordt door groei of afname van het aantal gewerkte uren. Deze variabele is onderdeel van de bijdrage arbeid.
-
Bijdrage compositie-effect
Dat deel van de volumeverandering van de toegevoegde waarde dat veroorzaakt wordt door veranderingen in de samenstelling van achtergrondkenmerken van werknemers en zelfstandigen. Deze achtergrondkenmerken zijn bedrijfstak, leeftijd, geslacht, opleiding en wel/niet cao. Deze variabele is onderdeel van de bijdrage arbeid.
-
Bijdrage kapitaal
Dat deel van de volumeverandering van de toegevoegde waarde dat wordt veroorzaakt door veranderingen in de inzet van kapitaalgoederen. Voorbeelden van kapitaalgoederen zijn gebouwen, machines, computers en software.
-
Bijdrage ICT-kapitaal
Dat deel van de volumeverandering van de toegevoegde waarde dat wordt veroorzaakt door veranderingen in de inzet van ICT-kapitaalgoederen.
-
Bijdrage niet-ICT-kapitaal
Dat deel van de volumeverandering van de toegevoegde waarde dat wordt veroorzaakt door veranderingen in de inzet van kapitaalgoederen anders dan ICT.
-
Bijdrage multifactorproductiviteit
Dat deel van de volumeontwikkeling van de toegevoegde waarde dat wordt veroorzaakt door de veranderingen in het productieproces. De bijdrage van multifactorproductiviteit wordt gezien als dat deel van de groei van de output dat niet door de groei van de inputs kan worden verklaard. Enkele verklaringen hiervoor zijn technologische vooruitgang, schaalvoordelen, veranderingen in bezettingsgraden en incidentele factoren zoals weersomstandigheden (bijvoorbeeld in de landbouw).
-
-
-
-
Bedrijfstakken/branches (SBI2008)
-
A-U Commerciële sector.(excl L,O,P,T)
Deze categorie is een samentelling van alle secties met uitzondering van: L Verhuur van en handel in onroerend goed O Openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen P Onderwijs T Huishoudens als werkgever; niet-gedifferentieerde productie van goederen en diensten door huishoudens voor eigen gebruik
-
-
Perioden
-
2000
-
2005
-
2011
-
2012
-
2013
-
2014
-
2015
-
2016
-
2017
-
2018
-
2019
-
2020
-
2021*
Voorlopige cijfers
-
2022*
Voorlopige cijfers
-
Toon opties
Variabelen kunnen gesleept worden naar de kop, rijen of kolommen van de tabel. In de kop is maar één item van een variabele te selecteren.
| |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| |||||||||
| Groeirekeningen Op basis van toegevoegde waarde Toegevoegde waarde | Bijdrage arbeid | Bijdrage uren | Bijdrage compositie-effect | Bijdrage kapitaal | Bijdrage ICT-kapitaal | Bijdrage niet-ICT-kapitaal | Bijdrage multifactorproductiviteit | |
% volumemutaties | procentpunt | ||||||||
2000 | 5,1 | 0,8 | 0,8 | 0,1 | 1,1 | 0,6 | 0,5 | 3,1 | |
2005 | 2,4 | 0,5 | -0,2 | 0,6 | -0,1 | 0,2 | -0,3 | 2,0 | |
2011 | 2,2 | 1,2 | 0,9 | 0,2 | -0,2 | 0,2 | -0,4 | 1,2 | |
2012 | -1,2 | -0,1 | -0,6 | 0,5 | 0,2 | 0,2 | 0,0 | -1,3 | |
2013 | -0,1 | -0,2 | -0,7 | 0,5 | 0,6 | 0,2 | 0,4 | -0,5 | |
2014 | 1,5 | 0,7 | 0,6 | 0,2 | -0,6 | 0,2 | -0,8 | 1,3 | |
2015 | 1,9 | 0,7 | 0,9 | -0,2 | -0,3 | 0,1 | -0,4 | 1,5 | |
2016 | 2,4 | 1,7 | 1,9 | -0,2 | 0,7 | 0,5 | 0,2 | 0,0 | |
2017 | 3,2 | 1,6 | 1,9 | -0,3 | 0,4 | 0,4 | 0,0 | 1,2 | |
2018 | 2,6 | 2,0 | 2,1 | -0,1 | 0,4 | 0,3 | 0,2 | 0,2 | |
2019 | 2,1 | 2,1 | 2,0 | 0,1 | 0,4 | 0,1 | 0,2 | -0,4 | |
2020 | -5,4 | -2,7 | -3,7 | 1,1 | 0,4 | 0,2 | 0,2 | -3,0 | |
2021* | 7,7 | 2,7 | 2,5 | 0,2 | 0,3 | 0,2 | 0,1 | 4,6 | |
2022* | 5,2 | 2,9 | 3,3 | -0,4 | 0,2 | 0,2 | 0,0 | 2,2 |
Bron: CBS