Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, mutaties, na, 1995- 2024-I
Gewijzigd op: 15 mei 2024
- Lijngrafiek
- Verticale staaf
- Horizontale staaf
- Let op: selectie wordt aangepast
Grafische presentatie
Delen
Gekopieerd naar klembord
- Tabeltoelichting
- Onderwerpen/classificaties
Tabelinformatie
Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, mutaties, na, 1995- 2024-I
INHOUDSOPGAVE 1. Toelichting 2. Definities en verklaring van symbolen 3. Koppelingen naar relevante tabellen en artikelen 4. Bronnen en methoden 5. Meer informatie 1. TOELICHTING Deze tabel bevat kwartaal- en jaargegevens over de productiecomponenten, de bestedingencategorieën en de inkomensbestanddelen van het bruto binnenlands product van Nederland. De volumeontwikkeling van het bruto binnenlands product is de maatstaf voor de economische groei van een land. Het is in de nationale rekeningen en dus ook in de kwartaalrekeningen gebruikelijk om het bruto binnenlands product vanuit drie gezichtspunten te benaderen, vanuit de productie, vanuit de bestedingen en vanuit het inkomen. Daarnaast wordt in deze tabel ook de opbouw van het nationaal vorderingensaldo vanuit het bbp weergegeven en zijn er detailgegevens van variabelen uit de eerste vier onderwerpen beschikbaar. Deze zijn te vinden onder Aanvullende detailgegevens. De gegevens worden weergegeven in de procentuele waarde-, volume- en prijsontwikkeling ten opzichte van dezelfde periode in het voorgaande jaar en ten opzichte van de vorige periode. Gegevens beschikbaar vanaf 1995. Status van de cijfers: De jaargegevens in de periode 1995-2021 zijn definitief. Kwartaalgegevens vanaf 2021 hebben de status voorlopig. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden voorlopige gegevens niet meer definitief gemaakt. Wijzigingen per 24 juni 2024 Geen, deze tabel is stopgezet. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft onlangs de nationale rekeningen gereviseerd. Daarbij worden nieuwe bronnen, methoden en concepten doorgevoerd in de nationale rekeningen, zodat het beeld van de Nederlandse economie weer optimaal aansluit bij alle onderliggende statistieken, bronnen en internationale richtlijnen voor het samenstellen van de nationale rekeningen. Voor meer informatie zie paragraaf 3. Wanneer komen er nieuwe cijfers? Niet meer van toepassing. 2. DEFINITIES EN VERKLARING VAN SYMBOLEN Definities: Het bruto binnenlands product (bbp) Het bruto binnenlands product (bbp) is een maat voor de omvang van de economie. De verandering van het volume van het bbp in een bepaalde tijdsperiode is een maat voor de groei (of krimp) van de economie. Het bruto binnenlands product tegen marktprijzen is het eindresultaat van de productieve activiteiten van ingezeten productie-eenheden. Het kan op drie manieren worden gedefinieerd: - vanuit het oogpunt van de productie: het bbp is de som van de bruto toegevoegde waarde van alle institutionele sectoren of bedrijfstakken en het saldo van productgebonden belastingen en subsidies (die niet aan sectoren en bedrijfstakken worden toegerekend). Het is eveneens de sluitpost van de productierekening van de totale economie; - vanuit het oogpunt van de bestedingen: het bbp is de som van de finale bestedingen aan goederen en diensten door ingezeten institutionele eenheden (consumptie en bruto-investeringen) en het saldo van uitvoer en invoer van goederen en diensten; - vanuit het oogpunt van het inkomen: het bbp is de som van de bestedingen in de inkomensvormingsrekening van de totale economie (beloning van werknemers, belastingen op productie en invoer exclusief subsidies, bruto-exploitatieoverschot en gemengd inkomen van de totale economie). Door het bbp te verminderen met het verbruik van vaste activa, wordt het netto binnenlands product (nbp) tegen marktprijzen verkregen. Nationaal vorderingen saldo Het nationaal vorderingensaldo is het saldo van middelen en bestedingen op de lopende rekening en de kapitaalrekening van de gezamenlijke binnenlandse sectoren. In de financiële rekening van Nederland geeft het saldo aan voor welk bedrag nieuwe leningen zijn aangegaan met het buitenland en/of financiële activa zijn verkocht (bij een tekort) of voor welk bedrag schulden zijn afgelost aan het buitenland en/of financiële activa zijn gekocht (bij een overschot). Het vorderingensaldo is dan ook in theorie gelijk aan de mutatie van de saldo van vorderingen en schulden ten opzichte van het buitenland. In praktijk bestaat er echter een statistisch verschil tussen die twee. Seizoencorrectie Om een zo goed mogelijk beeld te geven van de conjuncturele stand van zaken wordt de groei voor een aantal variabelen ten opzichte van het voorgaande kwartaal berekend. Hierbij wordt standaard gecorrigeerd voor seizoen- en eventuele werkdageffecten. Bij het uitkomen van nieuwe kwartaalcijfers wordt deze seizoen- en werkdagcorrectie steeds opnieuw doorgerekend. Dit leidt doorgaans tot geringe bijstellingen van eerder geraamde cijfers, maar incidenteel tot meer substantiële bijstellingen. Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008): De Nederlandse hiërarchische indeling van economische activiteiten die door het CBS wordt gebruikt om bedrijfseenheden in te delen naar hun hoofdactiviteit. De SBI 2008 is de versie die vanaf 2008 gebruikt wordt. 'Bedrijfstak' of 'branche' zijn gangbare termen voor groepen van bedrijven met dezelfde hoofdactiviteit. Het CBS hanteert voor de indeling van bedrijven naar hoofdactiviteit de zogenoemde Standaard Bedrijfsindeling (SBI). Bedrijven in een bedrijfstak of branche kunnen naast deze activiteit ook andere activiteiten (nevenactiviteiten) uitoefenen. De SBI 2008 kent meerdere niveaus die aangegeven worden door maximaal vijf cijfers. Het niveau van vier cijfers komt vrijwel overeen met de indeling van de Europese Unie (NACE). De eerste twee cijfers komen overeen met die van de indeling van Verenigde Naties (ISIC). Verklaring van symbolen: niets (blanco) : het cijfer kan op logische gronden niet voorkomen . : het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim * : voorlopige cijfers ** : nader voorlopige cijfers 3. KOPPELINGEN NAAR RELEVANTE TABELLEN EN ARTIKELEN Relevante tabellen: Deze tabel wordt opgevolgd door tabel Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, mutaties, nationale rekeningen. Relevante artikelen: Informatie over de revisie 2021 van de nationale rekeningen. Informatie over de update Statlinetabellen van de nationale rekeningen na revisie 2021. Informatie over het publicatie- en revisiebeleid en de bijstellingen van de nationale rekeningen. Meer informatie is te vinden op de themapagina Macro-economie. 4. BRONNEN EN METHODEN De onderzoeksmethode van deze tabel is te vinden in de onderzoeksbeschrijving kwartaalrekeningen. 5. MEER INFORMATIE Infoservice Copyright (c) Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen Verveelvoudiging is toegestaan, mits CBS als bron wordt vermeld.
-
Onderwerpen
-
Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen
De opbouw van het bruto binnenlands product vanuit de productie. Dit is gelijk aan de som van de toegevoegde waarde van alle bedrijfstakken (inclusief niet-commerciële). De toegevoegde waarde wordt geregistreerd tegen basisprijzen. Om uit te komen op het bbp tegen marktprijzen moet het saldo van productgebonden belastingen en subsidies en verschil tussen toegerekende en afgedragen btw erbij worden opgeteld. De belastingen en subsidies hebben betrekking op zowel geproduceerde als ingevoerde goederen en diensten. Voorbeelden hiervan zijn btw en invoerheffingen.
-
Beschikbaar voor finale bestedingen
Het binnenlands product (bruto, marktprijzen) plus de invoer van goederen en diensten.
-
Totaal
-
Bruto binnenlands product
Het bruto binnenlands product (bbp) is een maat voor de omvang van de economie. De verandering van het volume van het bbp in een bepaalde tijdsperiode is een maat voor de groei (of krimp) van de economie. Het bruto binnenlands product tegen marktprijzen is het eindresultaat van de productieve activiteiten van ingezeten productie-eenheden. Het kan op drie manieren worden gedefinieerd: - vanuit het oogpunt van de productie: het bbp is de som van de bruto toegevoegde waarde van alle institutionele sectoren of bedrijfstakken en het saldo van productgebonden belastingen en subsidies (die niet aan sectoren en bedrijfstakken worden toegerekend). Het is eveneens de sluitpost van de productierekening van de totale economie; - vanuit het oogpunt van de bestedingen: het bbp is de som van de finale bestedingen aan goederen en diensten door ingezeten institutionele eenheden (consumptie en bruto-investeringen) en het saldo van uitvoer en invoer van goederen en diensten; - vanuit het oogpunt van het inkomen: het bbp is de som van de bestedingen in de inkomensvormingsrekening van de totale economie (beloning van werknemers, belastingen op productie en invoer exclusief subsidies, bruto-exploitatieoverschot en gemengd inkomen van de totale economie). Door het bbp te verminderen met het verbruik van vaste activa, wordt het netto binnenlands product (nbp) tegen marktprijzen verkregen.
-
Bbp, gecorrigeerd voor werkdageneffecten
De groei van het bruto binnenlands product na verwijdering van de werkdageneffecten. Het aantal werkdagen in twee overeenkomstige kwartalen in opeenvolgende jaren kan verschillen door een schrikkeldag, doordat een ongelijk aantal feestdagen in een weekend valt (bijvoorbeeld 1 januari) of doordat een feestdag van kwartaal is verschoven (bijvoorbeeld paasmaandag). Het effect van een extra werkdag op de groei bedraagt 0,2 à 0,3 procentpunt.
-
Invoer van goederen en diensten
De goederen- en dienstenstromen (verkoop, ruil en giften) van niet-ingezetenen naar ingezetenen (in Nederland). Invoer van goederen vindt plaats wanneer de economische eigendom van goederen door een niet-ingezetene wordt overgedragen aan een ingezetene, ongeacht of er sprake is van een fysieke grensoverschrijdende goederenbeweging. Een bedrijf of instantie wordt als hier ingezetene beschouwd wanneer het minimaal een jaar in Nederland actief is. Of dit bedrijf of deze instantie in buitenlandse handen is, doet niet ter zake.
-
Totaal
-
Goederen
De goederenstromen (verkoop, ruil en giften) van niet-ingezetenen naar ingezetenen (in Nederland). Invoer van goederen vindt plaats wanneer de economische eigendom van goederen door een niet-ingezetene wordt overgedragen aan een ingezetene, ongeacht of er sprake is van een fysieke grensoverschrijdende goederenbeweging. Een bedrijf of instantie wordt als hier ingezetene beschouwd wanneer het minimaal een jaar in Nederland actief is. Of dit bedrijf of deze instantie in buitenlandse handen is, doet niet ter zake. Tot de invoer behoren ook voor verwerking in het productieproces benodigde grondstoffen, halffabricaten, brandstoffen en voor investeringen bestemde vaste activa. De goedereninvoer omvat verder goederen die, na hooguit een kleine bewerking te hebben ondergaan, weer zijn uitgevoerd (wederuitvoer).
-
Diensten
De dienstenstromen (verkoop, ruil en giften) van niet-ingezetenen naar ingezetenen (in Nederland). De invoer van diensten heeft onder meer betrekking op de uitgaven van ingezeten bedrijven in het buitenland, zoals vervoersdiensten, bankdiensten en zakelijke diensten. Bij de overheid gaat het onder meer om uitgaven van Nederlandse ambassades en consulaten in het buitenland. De invoer door huishoudens bestaat uit uitgaven van ingezetenen in het buitenland.
-
-
-
Finale bestedingen
Het totaal van consumptieve bestedingen, investeringen in vaste activa (bruto), veranderingen in voorraden en uitvoer.
-
Totaal
-
Nationale finale bestedingen
Binnenlandse finale bestedingen die bestaan uit de consumptieve bestedingen van huishoudens en de overheid, de bruto investeringen in vaste activa (bruto) en de voorraadvorming.
-
Totaal
-
Consumptieve bestedingen
Uitgaven aan goederen en diensten die worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele of collectieve behoeften. De consumptieve bestedingen kunnen zowel op het eigen grondgebied als in het buitenland worden gedaan, maar het gaat altijd om uitgaven door ingezeten institutionele eenheden, dat wil zeggen in Nederland gevestigde huishoudens, izw's t.b.v. huishoudens en overheidsinstanties. Consumptieve bestedingen worden gedaan door huishoudens, izw's t.b.v. huishoudens en de overheid. Ondernemingen consumeren niet: kosten aan goederen en diensten die ondernemingen maken ten behoeve van hun productie vallen hier niet onder, maar onder intermediair verbruik of investeringen. De overheid is een speciaal geval. Ook de overheid kent intermediair verbruik, naar analogie van ondernemingen. Maar de productie die de overheid levert en waar niet rechtstreeks voor wordt betaald, niet-markt-output (veiligheid bijvoorbeeld), valt onder de (overheids-)consumptie. Het heet dat de overheid 'haar eigen productie consumeert'. Binnen de nationale rekeningen moet alles wat wordt geproduceerd namelijk ook worden afgenomen. Dat de consumptie van de overheidsproductie bij de overheid zelf is neergelegd, is een conventie. Daarnaast bevat de overheidsconsumptie ook door de overheid verstrekte sociale uitkeringen in natura zoals basiszorg (gefinancierd uit AWBZ en de Zorgverzekeringswet) en huurtoeslag.
-
Totaal
-
Huishoudens
Uitgaven aan goederen en diensten die door de sector huishoudens en de sector instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens (IZWh's) worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van hun behoeften. Tot de consumptieve bestedingen door huishoudens behoren de volgende grensgevallen: - inkomen in natura zoals huisvesting, voeding en kleding en de auto van de zaak - diensten van woningen die door de eigenaar zelf worden bewoond en waarbij dus geen sprake is van werkelijk betaalde huur. Deze diensten zijn gewaardeerd met behulp van de huurprijzen voor vergelijkbare woningen - producten die voor eigen gebruik zijn geproduceerd, bijvoorbeeld in de landbouw. De waarde ervan is gelijk aan de marktprijs voor deze of vergelijkbare producten - duurzame consumptiegoederen, zoals personenauto's, huishoudelijke apparaten, meubilair en kleding. De aankoop door particulieren van woningen wordt echter gerekend tot de investeringen in vaste activa van huishoudens. Niet alle bestedingen door huishoudens worden als consumptie gezien, huishoudens kunnen ook investeren. Dit betreft met name de aanschaf van een eigen woning en grote werkzaamheden hieraan, zoals verbouwingen en buitenschilderwerk. Kleine reparaties, schilderwerk binnen en de aanschaf van meubelen vallen wel onder consumptie. Ook de aanschaf van een auto en auto-reparaties worden als consumptie gezien. De consumptieve bestedingen door instellingen zonder winstoogmerk (izw's) ten behoeve van huishoudens omvatten de niet-marktproductie van deze sector met uitzondering van de investeringen in eigen beheer. De detailgegevens over de consumptieve bestedingen betreffen de binnenlandse particuliere consumptieve bestedingen. Hieronder vallen de consumptieve bestedingen in Nederland, ongeacht het ingezetenschap van de consument. Hieruit kunnen de consumptieve bestedingen door huishoudens worden afgeleid door de consumptie door niet-ingezetenen in Nederland in mindering te brengen en te registreren als uitvoer en de consumptie door ingezetenen in het buitenland erbij te tellen en te registreren als invoer.
-
Overheid
Consumptieve bestedingen door de sector overheid. De productie die de overheid levert en waar niet rechtstreeks voor wordt betaald, niet-markt-output (veiligheid bijvoorbeeld), valt onder de overheidsconsumptie. Het heet dat de overheid 'haar eigen productie consumeert'. Binnen de nationale rekeningen moet alles wat wordt geproduceerd namelijk ook worden afgenomen. Dat de consumptie van de overheidsproductie bij de overheid zelf is neergelegd, is een conventie. Naast de consumptie van eigen productie bevat de consumptie door de overheid ook bij marktproducenten aangekochte goederen en diensten die door de overheid, direct of indirect, in het kader van sociaal beleid gratis aan gezinnen worden verstrekt ('sociale uitkeringen in natura'). Voorbeelden hiervan zijn de basiszorg (gefinancierd uit AWBZ en de Zorgverzekeringswet) en de huurtoeslag. De consumptie van eigen productie is op te splitsen in collectieve overheidsconsumptie en individualiseerbare overheidsconsumptie. De collectieve overheidsconsumptie betreft de uitgaven door de overheid voor collectief gebruikte diensten die worden verleend aan alle leden van de samenleving, bijvoorbeeld uitgaven voor defensie, milieubescherming of openbaar bestuur. De individualiseerbare overheidsconsumptie betreft uitgaven die zijn toe te rekenen aan specifieke delen van de samenleving. Hierbij gaat het voornamelijk om uitgaven aan onderwijs.
-
-
Bruto investeringen in vaste activa
Uitgaven aan productiemiddelen die langer dan één jaar worden ingezet tijdens een productieproces. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om een gebouw, woning, vervoermiddel of een machine. Dit in tegenstelling tot goederen of diensten die tijdens het productieproces worden opgebruikt, zoals ijzererts, het intermediair verbruik. Vaste activa kunnen in de loop der jaren in waarde verminderen door slijtage of omdat bijvoorbeeld de techniek veroudert (economische veroudering). Dit wordt verbruik van vaste activa genoemd (ook wel afschrijvingen genoemd). Bij bruto-investeringen zijn deze niet afgehaald van de waarde van de investeringen, bij netto-investeringen is dit wel het geval. De volgende investeringsgoederen worden onderscheiden: bouwwerken, vervoermiddelen, machines en installaties, telecommunicatieapparatuur, wapensystemen (inbegrepen bij machines), computers, software, onderzoek en ontwikkeling, in cultuur gebrachte activa (bv. vee en bomen), exploratie en evaluatie van minerale reserves, kosten van eigendomsoverdracht voor niet-geproduceerde activa en intellectuele-eigendommen.
-
Totaal
-
Bedrijven en huishoudens
Investeringen in vaste activa door vennootschappen (deel uitmakend van de sector niet-financiële ondernemingen of de sector financiële instellingen) en de sector huishoudens inclusief de sector instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens (IZWh's ). De investeringen van huishoudens betreffen bijvoorbeeld die aan een eigen woning, maar ook de investeringen van zelfstandigen.
-
Overheid
Investeringen in vaste activa door de sector overheid. Het betreft hier voor een groot deel investeringen in infrastructurele werken, maar ook investeringen in onderzoek en ontwikkeling, en wapensystemen.
-
-
Verandering in voorraden
Verandering in voorraden inclusief saldo aan- en verkopen van kostbaarheden. Veranderingen in de grondstoffen, halffabricaten, onderhanden werk (onvoltooide producten zoals schepen of machines) en eindproducten die bij de producenten aanwezig zijn en veranderingen in handelsvoorraden. Onderhanden werk in de bouw worden niet tot de voorraadvorming gerekend. Positieve veranderingen in de voorraden ontstaan wanneer in het verslagjaar goederen zijn geproduceerd, die nog niet zijn verkocht. Ook ontstaan toevoegingen aan voorraden wanneer goederen in het verslagjaar zijn gekocht, maar nog niet in het productieproces verbruikt of, in het geval van de handel, verkocht. Negatieve veranderingen in voorraden ontstaan wanneer goederen aan bestaande voorraden worden onttrokken om verkocht of in het productieproces verbruikt te worden. De waardering van de veranderingen in voorraden gebeurt zodanig, dat er geen winsten of verliezen op voorraden door prijsveranderingen ontstaan. Beginvoorraad en eindvoorraad van elk goed worden voor dit doel tegen dezelfde prijs gewaardeerd, namelijk grondstoffen tegen de in de periode geldende gemiddelde inkoopprijs, eindproducten tegen de gemiddelde verkoopprijs en het onderhanden werk tegen de gemiddelde kostprijs. Kostbaarheden zijn niet-financiële goederen die niet hoofdzakelijk voor productieve of consumptieve doeleinden worden gebruikt, die onder normale omstandigheden niet aan slijtage onderhevig zijn en die vooral als beleggingsobject worden verworven en bewaard.
-
-
Uitvoer van goederen en diensten
De goederen- en dienstenstromen (verkoop, ruil en giften) van ingezetenen (in Nederland) naar niet-ingezetenen. Uitvoer van goederen vindt plaats wanneer het economisch eigendom van goederen door een ingezetene wordt overgedragen aan een niet-ingezetene, ongeacht of er sprake is van een fysieke grensoverschrijdende goederenbeweging. Een bedrijf of instantie wordt als hier ingezetene beschouwd wanneer het minimaal een jaar in Nederland actief is. Of dit bedrijf of deze instantie in buitenlandse handen is, doet niet ter zake.
-
Totaal
-
Goederen
De goederenstromen (verkoop, ruil en giften) van ingezetenen (in Nederland) naar niet-ingezetenen. Uitvoer van goederen vindt plaats wanneer het economisch eigendom van goederen door een ingezetene wordt overgedragen aan een niet-ingezetene, ongeacht of er sprake is van een fysieke grensoverschrijdende goederenbeweging. Een bedrijf of instantie wordt als hier ingezetene beschouwd wanneer het minimaal een jaar in Nederland actief is. Of dit bedrijf of deze instantie in buitenlandse handen is, doet niet ter zake. De goederenuitvoer omvat ook wederuitvoer, eerder ingevoerde goederen die weer zijn uitgevoerd, na hooguit een kleine bewerking te hebben ondergaan.
-
Diensten
De dienstenstromen (verkoop, ruil en giften) van ingezetenen (in Nederland) naar niet-ingezetenen. De uitvoer van diensten omvat onder meer de diensten van Nederlandse vervoerbedrijven in het buitenland, aan het buitenland bewezen havendiensten, scheepsreparatie en de uitvoering van werken in het buitenland door Nederlandse aannemers. Onder de uitvoer van diensten vallen eveneens de bestedingen door niet-ingezetenen in Nederland.
-
-
-
-
-
Soort mutaties
-
Volume, t.o.v. zelfde periode vorig jaar
Kwartalen: procentuele volumeverandering ten opzichte van het overeenkomstige kwartaal van het voorgaande jaar. Jaren: procentuele volumeverandering ten opzichte van het voorgaande jaar.
-
Volume, t.o.v. voorgaande periode
Kwartalen: procentuele volumeverandering ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Jaren: procentuele volumeverandering ten opzichte van het voorgaande jaar.
-
-
Perioden
-
2022 1e kwartaal*
Voorlopige cijfers
-
2022 2e kwartaal*
Voorlopige cijfers
-
2022 3e kwartaal*
Voorlopige cijfers
-
2022 4e kwartaal*
Voorlopige cijfers
-
2022*
Voorlopige cijfers
-
2023 1e kwartaal*
Voorlopige cijfers
-
2023 2e kwartaal*
Voorlopige cijfers
-
2023 3e kwartaal*
Voorlopige cijfers
-
2023 4e kwartaal*
Voorlopige cijfers
-
2023*
Voorlopige cijfers
-
2024 1e kwartaal*
Voorlopige cijfers
-
Toon opties
Perioden
2024 1e kwartaal*
Onderwerp
Opbouw bbp vanuit de finale bestedingenBeschikbaar voor finale bestedingenTotaal
Beschikbaar voor finale bestedingen
Totaal
Opbouw bbp vanuit de finale bestedingenBeschikbaar voor finale bestedingenBruto binnenlands product
Beschikbaar voor finale bestedingen
Bruto binnenlands product
Opbouw bbp vanuit de finale bestedingenBeschikbaar voor finale bestedingenBbp, gecorrigeerd voor werkdageneffecten
Beschikbaar voor finale bestedingen
Bbp, gecorrigeerd voor werkdageneffecten
Opbouw bbp vanuit de finale bestedingenBeschikbaar voor finale bestedingenInvoer van goederen en dienstenTotaal
Beschikbaar voor finale bestedingen
Invoer van goederen en diensten
Totaal
Opbouw bbp vanuit de finale bestedingenBeschikbaar voor finale bestedingenInvoer van goederen en dienstenGoederen
Beschikbaar voor finale bestedingen
Invoer van goederen en diensten
Goederen
Opbouw bbp vanuit de finale bestedingenBeschikbaar voor finale bestedingenInvoer van goederen en dienstenDiensten
Beschikbaar voor finale bestedingen
Invoer van goederen en diensten
Diensten
Opbouw bbp vanuit de finale bestedingenFinale bestedingenTotaal
Finale bestedingen
Totaal
Opbouw bbp vanuit de finale bestedingenFinale bestedingenNationale finale bestedingenTotaal
Finale bestedingen
Nationale finale bestedingen
Totaal
Opbouw bbp vanuit de finale bestedingenFinale bestedingenNationale finale bestedingenConsumptieve bestedingenTotaal
Finale bestedingen
Nationale finale bestedingen
Consumptieve bestedingen
Totaal
Opbouw bbp vanuit de finale bestedingenFinale bestedingenNationale finale bestedingenConsumptieve bestedingenHuishoudens
Finale bestedingen
Nationale finale bestedingen
Consumptieve bestedingen
Huishoudens
Opbouw bbp vanuit de finale bestedingenFinale bestedingenNationale finale bestedingenConsumptieve bestedingenOverheid
Finale bestedingen
Nationale finale bestedingen
Consumptieve bestedingen
Overheid
Opbouw bbp vanuit de finale bestedingenFinale bestedingenNationale finale bestedingenBruto investeringen in vaste activaTotaal
Finale bestedingen
Nationale finale bestedingen
Bruto investeringen in vaste activa
Totaal
Opbouw bbp vanuit de finale bestedingenFinale bestedingenNationale finale bestedingenBruto investeringen in vaste activaBedrijven en huishoudens
Finale bestedingen
Nationale finale bestedingen
Bruto investeringen in vaste activa
Bedrijven en huishoudens
Opbouw bbp vanuit de finale bestedingenFinale bestedingenNationale finale bestedingenBruto investeringen in vaste activaOverheid
Finale bestedingen
Nationale finale bestedingen
Bruto investeringen in vaste activa
Overheid
Opbouw bbp vanuit de finale bestedingenFinale bestedingenNationale finale bestedingenVerandering in voorraden
Finale bestedingen
Nationale finale bestedingen
Verandering in voorraden
Opbouw bbp vanuit de finale bestedingenFinale bestedingenUitvoer van goederen en dienstenTotaal
Finale bestedingen
Uitvoer van goederen en diensten
Totaal
Opbouw bbp vanuit de finale bestedingenFinale bestedingenUitvoer van goederen en dienstenGoederen
Finale bestedingen
Uitvoer van goederen en diensten
Goederen
Opbouw bbp vanuit de finale bestedingenFinale bestedingenUitvoer van goederen en dienstenDiensten
Finale bestedingen
Uitvoer van goederen en diensten
Diensten
Variabelen kunnen gesleept worden naar de kop, rijen of kolommen van de tabel. In de kop is maar één item van een variabele te selecteren.
| ||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Volume, t.o.v. zelfde periode vorig jaar | Volume, t.o.v. voorgaande periode | ||||||||||||||||||||||
2022 1e kwartaal* | 2022 2e kwartaal* | 2022 3e kwartaal* | 2022 4e kwartaal* | 2022* | 2023 1e kwartaal* | 2023 2e kwartaal* | 2023 3e kwartaal* | 2023 4e kwartaal* | 2023* | 2024 1e kwartaal* | 2022 1e kwartaal* | 2022 2e kwartaal* | 2022 3e kwartaal* | 2022 4e kwartaal* | 2022* | 2023 1e kwartaal* | 2023 2e kwartaal* | 2023 3e kwartaal* | 2023 4e kwartaal* | 2023* | 2024 1e kwartaal* | |||
Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Beschikbaar voor finale bestedingen Totaal | % | 5,8 | 5,2 | 2,4 | 3,2 | 4,1 | 2,6 | 0,4 | -2,2 | -1,9 | -0,3 | -2,0 | 1,2 | 1,4 | 0,3 | 0,6 | 4,1 | -0,3 | -0,4 | -1,3 | 0,2 | -0,3 | -0,1 | |
Bruto binnenlands product | % | 6,4 | 5,2 | 3,0 | 2,9 | 4,3 | 1,8 | -0,1 | -0,8 | -0,4 | 0,1 | -0,7 | 0,6 | 1,7 | 0,2 | 0,6 | 4,3 | -0,4 | -0,4 | -0,3 | 0,3 | 0,1 | -0,1 | |
Bbp, gecorrigeerd voor werkdageneffecten | % | 6,2 | 5,2 | 3,0 | 3,2 | . | 1,7 | -0,1 | -0,6 | -0,2 | . | -0,6 | . | . | . | . | . | . | . | . | . | . | . | |
Invoer van goederen en diensten Totaal | % | 5,1 | 5,2 | 1,6 | 3,6 | 3,8 | 3,6 | 1,0 | -3,8 | -3,7 | -0,8 | -3,6 | 2,0 | 1,1 | 0,5 | 0,7 | 3,8 | -0,1 | -0,3 | -2,8 | 0,2 | -0,8 | 0,0 | |
Goederen | % | 2,3 | 1,9 | -0,1 | 3,2 | 1,8 | 3,8 | 1,1 | -4,8 | -4,5 | -1,2 | -5,0 | -1,2 | 1,4 | 0,8 | 2,4 | 1,8 | -2,0 | 0,0 | -3,4 | 0,8 | -1,2 | -1,5 | |
Diensten | % | 14,6 | 16,6 | 6,6 | 5,2 | 10,5 | 2,8 | 0,4 | -0,6 | -0,6 | 0,5 | 0,6 | 12,6 | 0,1 | -0,8 | -4,3 | 10,5 | 6,1 | -0,9 | -0,6 | -2,7 | 0,5 | 4,8 | |
Finale bestedingen Totaal | % | 5,8 | 5,2 | 2,4 | 3,2 | 4,1 | 2,6 | 0,4 | -2,2 | -1,9 | -0,3 | -2,0 | 1,2 | 1,4 | 0,3 | 0,6 | 4,1 | -0,3 | -0,4 | -1,3 | 0,2 | -0,3 | -0,1 | |
Nationale finale bestedingen Totaal | % | 7,0 | 4,2 | 1,8 | 2,2 | 3,8 | 2,0 | 1,0 | -0,4 | 1,4 | 1,0 | 0,2 | 0,3 | 0,7 | 0,7 | 0,7 | 3,8 | -0,4 | 0,7 | -0,6 | 0,5 | 1,0 | 0,1 | |
Consumptieve bestedingen Totaal | % | 9,1 | 4,4 | 2,4 | 3,1 | 4,6 | 2,6 | 1,4 | 1,0 | 1,4 | 1,6 | 1,9 | 0,2 | 1,1 | 0,9 | 1,1 | 4,6 | -0,3 | -0,3 | 0,5 | 1,3 | 1,6 | 0,4 | |
Huishoudens | % | 13,3 | 7,0 | 2,8 | 4,0 | 6,6 | 2,6 | 0,4 | -1,1 | -0,1 | 0,4 | 1,1 | 0,7 | 1,3 | 1,0 | 1,2 | 6,6 | -0,7 | -1,4 | -0,1 | 2,0 | 0,4 | 0,7 | |
Overheid | % | 2,3 | 0,5 | 1,7 | 1,8 | 1,6 | 2,7 | 3,1 | 4,7 | 3,7 | 3,6 | 3,4 | -0,4 | 0,5 | 0,6 | 1,0 | 1,6 | 0,7 | 1,0 | 1,3 | 0,6 | 3,6 | 0,6 | |
Bruto investeringen in vaste activa Totaal | % | -1,0 | 3,5 | 2,3 | 2,3 | 1,8 | 6,0 | 3,1 | 1,5 | -2,8 | 2,0 | -3,9 | -0,8 | 3,1 | -0,9 | 1,7 | 1,8 | 1,9 | 0,2 | -2,4 | -1,7 | 2,0 | 0,4 | |
Bedrijven en huishoudens | % | -0,1 | 5,3 | 3,0 | 3,9 | 3,1 | 7,4 | 3,2 | 1,0 | -3,7 | 2,0 | . | -0,4 | 4,0 | -1,5 | 2,7 | 3,1 | 2,1 | -0,2 | -3,7 | -1,2 | 2,0 | . | |
Overheid | % | -5,8 | -6,4 | -1,0 | -5,7 | -4,7 | -1,7 | 2,5 | 3,7 | 2,3 | 1,7 | . | -2,4 | -2,1 | 1,2 | -2,5 | -4,7 | 2,4 | 1,3 | 0,9 | -1,5 | 1,7 | . | |
Verandering in voorraden | waarde uitgedrukt als % van het bbp | 0,2 | 0,4 | 0,7 | -0,5 | 0,2 | -1,0 | -0,3 | -0,6 | 0,3 | -0,4 | -1,3 | 0,8 | 0,0 | 0,2 | -0,3 | 0,2 | -0,7 | 0,1 | -0,4 | -0,6 | -0,4 | -0,7 | |
Uitvoer van goederen en diensten Totaal | % | 4,7 | 6,2 | 3,0 | 4,2 | 4,5 | 3,2 | -0,3 | -3,8 | -4,8 | -1,5 | -4,2 | 2,0 | 2,2 | -0,1 | 0,6 | 4,5 | -0,2 | -1,4 | -2,1 | -0,1 | -1,5 | -0,1 | |
Goederen | % | 1,3 | 2,3 | 1,2 | 4,0 | 2,3 | 3,7 | 0,1 | -4,1 | -5,6 | -1,6 | -6,0 | 0,2 | 1,7 | 0,2 | 1,9 | 2,3 | -0,9 | -1,7 | -2,2 | 0,0 | -1,6 | -1,3 | |
Diensten | % | 16,6 | 18,9 | 8,3 | 4,9 | 11,9 | 1,4 | -1,4 | -2,9 | -2,1 | -1,3 | 1,7 | 7,4 | 3,5 | -1,1 | -3,4 | 11,9 | 1,9 | 0,7 | -1,4 | -2,4 | -1,3 | 4,7 |
Bron: CBS