Elektriciteit; productie en productiemiddelen
Gewijzigd op: 24 november 2023
- Lijngrafiek
- Verticale staaf
- Horizontale staaf
- Let op: selectie wordt aangepast
Grafische presentatie
Delen
Gekopieerd naar klembord
- Tabeltoelichting
- Onderwerpen/classificaties
Tabelinformatie
Elektriciteit; productie en productiemiddelen
INHOUDSOPGAVE 1. Toelichting 2. Definities en verklaring van symbolen 3. Koppelingen naar relevante tabellen en artikelen 4. Bronnen en methoden 5. Meer informatie 1. TOELICHTING Deze tabel geeft een overzicht van de productie van elektriciteit in Nederland, de daarvoor ingezette brandstoffen en andere energiedragers en het gebruik van installaties. Elektriciteit wordt verkregen door: omzetting van brandstoffen als aardgas, steenkool en stookolie; uit zonne- en windenergie en door de aanwending van waterkracht. Gegevens zijn er over de productie van elektriciteit, de warmte die daarbij vrijkomt, de inzet van brandstoffen, hernieuwbare energiedragers en het opgestelde vermogen, onderverdeeld naar warmtekrachtkoppelingsinstallaties (WKK) en installaties die alleen elektriciteit produceren. Tenslotte wordt er onderscheid gemaakt tussen centrale en decentrale productie van elektriciteit en warmte, waarbij de decentrale productie wordt uitgesplitst naar bedrijfsgroep. Gegevens beschikbaar vanaf: 1998 Status van de cijfers: Cijfers tot en met 2021 zijn definitief. Cijfers over 2022 zijn nader voorlopig. Wijzigingen per 24 november 2023: De cijfers over de jaren 2015-2020 zijn gereviseerd. Definitieve cijfers zijn toegevoegd over 2021, nader voorlopige cijfers zijn toegevoegd over 2022. De revisies hebben betrekking op de invoering van een verbeterde analysemethode in 2022, welke is teruggelegd naar de voorgaande jaren. Verder zijn gegevens van een beperkt aantal bedrijven op basis van nieuwe inzichten gereviseerd. De aanpassingen zijn in het algemeen klein, de aanpassing van de totale productie en inzetten van de diverse energiedragers is in alle jaren kleiner dan 1 procent. Wanneer komen er nieuwe cijfers? November 2024: definitieve cijfers over 2022, voorlopige cijfers over 2023. 2. DEFINITIES EN VERKLARING VAN SYMBOLEN Definities: Elektriciteit: Stroom van elektronen die wordt gebruikt om bijvoorbeeld lampen te laten branden of wasmachines te laten draaien. Elektronen zijn elementaire deeltjes in een atoom met een negatieve lading, die door een spanningsverschil gaan stromen. In de praktijk wordt zo'n spanningsverschil opgewekt door bijvoorbeeld elektriciteitscentrales, windmolens of batterijen. Warmtekrachtkoppeling (WKK): Installaties met de gecombineerde opwekking van elektriciteit (kracht) en warmte. Elektriciteit wordt voor het overgrote deel opgewekt door verbranding van brandstoffen. Bij warmtekrachtkoppelingsinstallaties wordt de warmte die hierbij vrijkomt nuttig gebruikt, waardoor een hoog energetisch rendement wordt behaald. De warmte wordt bijvoorbeeld gebruikt voor procesverwarming in de industrie, kasverwarming in de glastuinbouw en stadsverwarming. Centrale elektriciteitsproductie: De productie van elektriciteit door thermische of nucleaire centrales die regulier leveren aan het landelijke hoogspanningsnet van TenneT. Dit worden ook wel de elektriciteitscentrales genoemd. In Nederland bestaat het hoogspanningsnet uit de netten met een spanning van 110 kV en hoger. Thermische centrales wekken elektriciteit op door het verhitten van brandstoffen als aardgas, steenkool en biomassa. Nucleaire centrales (kerncentrales) wekken elektriciteit op met de warmte die vrijkomt bij de splitsing van atoomkernen in een kernreactor. Decentrale elektriciteitsproductie: De productie van elektriciteit door thermische installaties die leveren aan een bedrijfsnetwerk of aan het openbare midden- of laagspanningsnetwerk, plus alle productie van elektriciteit uit windenergie, waterkracht en zonne-energie. Het openbare midden- of laagspanningsnet bestaat uit de netten met een spanning lager dan 110 kV. Thermische installaties wekken elektriciteit op door het verhitten van brandstoffen als aardgas, steenkool en biomassa. De productie- en inzetgegevens worden weergegeven zowel in fysieke eenheden (bijvoorbeeld kubieke meter, kilogram) als in warmte-eenheden (Joule). De gebruikte fysieke eenheden zijn 1 000 m3, 1 000 kg, megawatt, MWh. De gebruikte warmte-eenheden zijn TJ, MJ/h. Een Watt is de fysieke eenheid van elektrisch vermogen. 1 megawatt (MW of MWe, waarbij de e staat voor elektriciteit) = 1 miljoen Watt. Een generator met een elektrisch vermogen van 1 MW kan per uur een hoeveelheid elektriciteit produceren van 1 MWh (megawattuur). De fysieke hoeveelheden van de verschillende soorten energiedragers kunnen ook worden uitgedrukt in Joule (J). De volgende relaties bestaan tussen fysieke eenheden en warmte-eenheden: 1 miljoen m3 aardgas komt overeen met een hoeveelheid energie van ongeveer 31,65 terajoule (TJ = 1000 miljard Joule). 24 000 kg stookolie komt overeen met een hoeveelheid energie van ongeveer 1 TJ. 40 000 kg steenkool komt overeen met een hoeveelheid energie van ongeveer 1 TJ. 1 miljoen kilowattuur elektriciteit (1 Watt komt overeen met 1 Joule per seconde) komt overeen met een hoeveelheid energie van 3,6 TJ. Verklaring van symbolen: niets (blanco) : het cijfer kan op logische gronden niet voorkomen . : het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim * : voorlopige cijfers ** : nader voorlopige cijfers In deze tabel wordt het symbool niets (blanco) ook gebruikt voor cellen die nihil zijn. 3. KOPPELINGEN NAAR RELEVANTE TABELLEN EN ARTIKELEN Relevante artikelen: In de achtergrondpublicatie Elektriciteit in Nederland vindt u een overzicht van de ontwikkelingen van het Nederlandse aanbod en verbruik van elektriciteit tot en met 2013. Relevante tabellen: Meer informatie over elektriciteit in Nederland is te vinden in: Energiebalans; aanbod, omzetting en verbruik Energiebalans; aanbod en verbruik, sector Elektriciteitsbalans; aanbod en verbruik Elektriciteit en warmte; productie en inzet naar energiedrager Meer informatie is te vinden op de themapagina Industrie en energie. 4. BRONNEN EN METHODEN De cijfers in deze tabel worden verkregen uit een jaarlijkse enquête van het CBS onder bedrijven die elektriciteit produceren. Installaties van de hernieuwbare bronnen zon, wind en water worden waargenomen via de statistiek hernieuwbare energie. De onderzoeksmethode van deze tabel is te vinden in de onderzoeksbeschrijving Productiemiddelen elektriciteit. 5. MEER INFORMATIE Infoservice Copyright © Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen Verveelvoudiging is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld.
-
Onderwerpen
-
Inzet
De ingezette hoeveelheid verschillende soorten brandstoffen en andere energiedragers bij de productie van elektriciteit en/of warmte.
-
Fysieke eenheden
Fysieke eenheden voor het meten van hoeveelheden energiedragers zijn kubieke meters, liters, kilogrammen, kilowatturen of veelvouden daarvan.
-
Inzet totaal
Dit is het totaal van de inzet van aardgas, steenkool, stookolie en overige brandstoffen bij de productie van elektriciteit en/of warmte. De gebruikte eenheid is TJ = TeraJoule, Tera = 10 tot de 12e macht.
-
Inzet van aardgas
De ingezette hoeveelheid aardgas bij de productie van elektriciteit en/of warmte. Aardgas is gas van natuurlijke oorsprong dat vooral bestaat uit methaan. Het ontstaat bij hetzelfde proces dat tot de vorming van aardolie leidt. Voor vervoer over lange afstanden per schip wordt aardgas vloeibaar gemaakt. 1 miljoen m3 aardgas komt overeen met een hoeveelheid energie van ongeveer 31,65 TJ.
-
Inzet van stookolie
De ingezette hoeveelheid stookolie bij de productie van elektriciteit en/of warmte. Stookolie is de olie die overblijft na destillatie in de raffinaderij. 1 TJ komt overeen met ruim 24 000 kg stookolie.
-
Inzet van steenkool
De ingezette hoeveelheid steenkool bij de productie van elektriciteit en/of warmte. Steenkool is een fossiele brandstof die bestaat uit verkoolde plantenresten. 1 TJ komt overeen met ongeveer 40 000 kg kolen.
-
Inzet van overige brandstoffen
De ingezette hoeveelheid overige brandstoffen en andere energiedragers bij de productie van elektriciteit en/of warmte. Voorbeelden zijn chemische en industriële gassen, biomassa, afval, hoogovengas, nucleair materiaal en stoom. De gebruikte eenheid is TJ = TeraJoule, Tera = 10 tot de 12e macht.
-
-
-
Productie
De hoeveelheid opgewekte elektriciteit en/of geproduceerde warmte (is stoom en/of warm water) uit de inzet van fossiele brandstoffen, hernieuwbare energiedragers, kernenergie en overige energiedragers. Dit is inclusief het eigen elektriciteitsverbruik van de installaties.
-
Fysieke eenheden
Fysieke eenheden voor het meten van hoeveelheden energiedragers zijn kubieke meters, liters, kilogrammen, kilowatturen of veelvouden daarvan.
-
Productie totaal
Het totaal van de opgewekte elektriciteit plus de geproduceerde warmte. Dit is inclusief het eigen elektriciteitsverbruik van de installaties. De gebruikte eenheid is TJ = TeraJoule, Tera = 10 tot de 12e macht.
-
Productie van elektriciteit
De hoeveelheid opgewekte elektriciteit uit de inzet van fossiele brandstoffen, hernieuwbare energiedragers, kernenergie en overige energiedragers. Dit is inclusief het eigen elektriciteitsverbruik van de installaties.
-
Productie van warmte
De hoeveelheid geproduceerde warmte uit de inzet van fossiele brandstoffen, hernieuwbare energiedragers, kernenergie en overige energiedragers.
-
-
-
Opgesteld vermogen
De hoeveelheid elektriciteit en/of warmte die per tijdseenheid kan worden opgewekt bij normaal gebruik van alle in Nederland opgestelde (is beschikbare) elektriciteits- en warmteproductiemiddelen.
-
Elektrisch vermogen
De hoeveelheid elektriciteit die per tijdseenheid kan worden opgewekt bij normaal gebruik van alle beschikbare installaties die elektriciteit produceren. Dit is het bruto vermogen, dat wil zeggen dat er geen rekening wordt gehouden met eventueel eigen verbruik van de installaties. De gebruikte eenheid is megawatt.
-
Thermisch vermogen
De hoeveelheid warmte die per tijdseenheid kan worden geproduceerd bij normaal gebruik van alle beschikbare installaties die warmte produceren voor nuttig gebruik. De gebruikte eenheid is MJ/h is megawattuur.
-
-
-
Bedrijfsgroepen
-
Totaal centrale/decentrale productie
Totaal van centrale en decentrale opwekking van elektriciteit en warmte.
-
Centrale elektriciteitsproductie
De productie van elektriciteit door thermische of nucleaire centrales die regulier leveren aan het landelijke hoogspanningsnet van TenneT. Dit worden ook wel de elektriciteitscentrales genoemd. In Nederland bestaat het hoogspanningsnet uit de netten met een spanning van 110 kV en hoger. Thermische centrales wekken elektriciteit op door het verhitten van brandstoffen als aardgas, steenkool en biomassa. Nucleaire centrales (kerncentrales) wekken elektriciteit op met de warmte die vrijkomt bij de splitsing van atoomkernen in een kernreactor.
-
Decentrale elektriciteitsproductie
De productie van elektriciteit door thermische installaties die leveren aan een bedrijfsnetwerk of aan het openbare midden- of laagspanningsnetwerk, plus alle productie van elektriciteit uit windenergie, waterkracht en zonne-energie. Het openbare midden- of laagspanningsnet bestaat uit de netten met een spanning lager dan 110 kV. Thermische installaties wekken elektriciteit op door het verhitten van brandstoffen als aardgas, steenkool en biomassa.
-
-
Warmtekrachtkoppeling (WKK)
-
Totaal installaties met en zonder WKK
Het totaal van de warmtekrachtkoppelingsinstallaties en de installaties die alleen elektriciteit produceren.
-
-
Typen installatie
-
Totaal installaties
Totaal van de gasmotoren, stoomturbines, Steg-eenheden, gasturbines, kerncentrale, waterkrachtcentrale, windturbines, zonnecellen en overige installaties.
-
-
Perioden
-
2000
-
2005
-
2010
-
2019
-
2020
-
2021
-
2022**
Nader voorlopige cijfers.
-
Toon opties
Variabelen kunnen gesleept worden naar de kop, rijen of kolommen van de tabel. In de kop is maar één item van een variabele te selecteren.
| ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||||||||
| Totaal installaties | |||||||||||
Inzet Fysieke eenheden Inzet totaal | Inzet van aardgas | Inzet van stookolie | Inzet van steenkool | Inzet van overige brandstoffen | Productie Fysieke eenheden Productie totaal | Productie van elektriciteit | Productie van warmte | Opgesteld vermogen Elektrisch vermogen | Thermisch vermogen | |||
TJ | 1 000 m3 | 1 000 kg | TJ | MWh | TJ | megawatt | MJ/h | |||||
Totaal centrale/decentrale productie | 2000 | 898 064 | 15 887 395 | 360 033 | 8 650 888 | 169 703 | 544 265 | 90 180 577 | 219 615 | 20 782 | 60 423 880 | |
2005 | 983 898 | 17 715 753 | 285 894 | 8 247 598 | 204 387 | 583 571 | 100 768 710 | 220 804 | 21 978 | 61 748 556 | ||
2010 | 1 076 104 | 20 987 038 | 12 220 | 7 874 980 | 215 902 | 656 960 | 118 139 044 | 231 660 | 26 608 | 68 001 611 | ||
2019 | 905 719 | 17 406 382 | 18 557 | 5 876 467 | 207 381 | 611 882 | 121 411 247 | 174 802 | 36 853 | 59 290 536 | ||
2020 | 860 412 | 17 771 852 | 8 958 | 2 546 388 | 233 688 | 615 363 | 123 278 130 | 171 561 | 42 988 | 63 099 666 | ||
2021 | 877 918 | 14 637 323 | 11 954 | 4 750 766 | 295 671 | 612 521 | 121 966 679 | 173 441 | 47 851 | 63 100 236 | ||
2022** | 819 478 | 12 395 699 | 9 528 | 4 855 978 | 306 304 | 593 107 | 121 728 093 | 154 886 | 53 800 | 63 390 107 | ||
Centrale elektriciteitsproductie | 2000 | 479 735 | 6 254 739 | 1 393 | 8 650 888 | 70 954 | 236 202 | 56 545 363 | 32 638 | 14 391 | 11 302 102 | |
2005 | 592 663 | 8 815 767 | 16 718 | 8 247 598 | 105 874 | 292 292 | 69 237 110 | 43 038 | 14 662 | 12 828 682 | ||
2010 | 619 075 | 10 244 290 | 3 910 | 7 874 980 | 99 236 | 317 305 | 75 823 123 | 44 342 | 16 223 | 12 849 035 | ||
2019 | 545 055 | 10 155 646 | 12 530 | 5 876 467 | 76 462 | 290 422 | 74 735 323 | 21 375 | 17 759 | 11 124 865 | ||
2020 | 498 210 | 10 486 820 | 3 714 | 2 546 388 | 102 282 | 269 840 | 69 619 816 | 19 209 | 17 762 | 10 071 466 | ||
2021 | 467 916 | 7 295 281 | 6 262 | 4 750 766 | 118 288 | 242 897 | 62 447 730 | 18 085 | 17 762 | 10 071 468 | ||
2022** | 434 236 | 6 427 156 | 4 550 | 4 855 978 | 110 179 | 222 113 | 56 999 205 | 16 916 | 17 762 | 10 071 468 | ||
Decentrale elektriciteitsproductie | 2000 | 418 329 | 9 632 656 | 358 640 | 98 749 | 308 063 | 33 635 214 | 186 976 | 6 391 | 49 121 778 | ||
2005 | 391 235 | 8 899 986 | 269 176 | 98 513 | 291 280 | 31 531 600 | 177 766 | 7 316 | 48 919 874 | |||
2010 | 457 029 | 10 742 748 | 8 310 | 116 666 | 339 655 | 42 315 921 | 187 318 | 10 385 | 55 152 576 | |||
2019 | 360 663 | 7 250 736 | 6 027 | 130 919 | 321 460 | 46 675 924 | 153 427 | 19 094 | 48 165 671 | |||
2020 | 362 202 | 7 285 033 | 5 244 | 131 406 | 345 522 | 53 658 314 | 152 352 | 25 226 | 53 028 200 | |||
2021 | 410 002 | 7 342 041 | 5 692 | 177 383 | 369 625 | 59 518 949 | 155 356 | 30 089 | 53 028 768 | |||
2022** | 385 243 | 5 968 544 | 4 978 | 196 125 | 370 994 | 64 728 888 | 137 970 | 36 038 | 53 318 639 |
Bron: CBS