Landbouw; economische omvangsklasse, bedrijfstype, 2000 - 2009

INHOUDSOPGAVE

1. Toelichting
2. Definities en verklaring van symbolen
3. Koppelingen naar relevante tabellen en artikelen
4. Bronnen en methoden
5. Meer informatie 


1. TOELICHTING

Deze tabel geeft informatie over het aantal landbouwbedrijven in Nederland,
 de oppervlakte cultuurgrond in gebruik bij deze bedrijven en de
economische omvang van de bedrijven.  
Deze informatie wordt gepresenteerd voor totaal Nederland en voor de 
diverse (hoofd)bedrijfstypen en klassen van economische omvang van de 
bedrijven. 

De gegevens voor deze tabel komen uit de landbouwtelling. De 
landbouwtelling maakt deel uit van de gecombineerde opgave, die door het 
ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gebruikt wordt voor 
ondermeer de uitvoering van het landbouwbeleid en handhaving van de 
Meststoffenwet.

In de landbouwtelling wordt een ondergrens gehanteerd van 3 NGE. Bij
bedrijven met minder dan 3 NGE moet men denken aan bijvoorbeeld een bedrijf
met maximaal 2 melkkoeien of maximaal 2 are groene paprika.

Gegevens beschikbaar: 2000-2009.

Status van de cijfers: de cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 29 november 2010:tabel is stopgezet.

2. DEFINITIES EN VERKLARING VAN SYMBOLEN

Definities:

NGE:
De NGE (Nederlandse Grootte Eenheid) is een economische maat voor de omvang
van een agrarisch bedrijf; 1 NGE staat voor ongeveer 1400 euro.
De NGE voor een bedrijf wordt berekend op basis van het Bruto Standaard 
Saldo (BSS)

BSS:
Het Bruto Standaard Saldo (BSS) is de in geldswaarde uitgedrukte 
totaalopbrengst van een gewas of dier, minus bepaalde bijbehorende 
specifieke kosten, in een gemiddeld jaar onder normale omstandigheden.  

Bedrijfstype:
De indeling in bedrijfstypen vindt plaats op basis van het zwaartepunt van 
de productie.
Een bedrijf behoort tot een bepaald bedrijfstype als tweederde of meer van 
het totale Bruto Standaard Saldo van het bedrijf afkomstig is van tot dat 
bedrijfstype behorende landbouwactiviteiten.
Er worden acht hoofdbedrijfstypen onderscheiden, te weten vijf zogenoemde 
enkelvoudige hoofdtypen (akkerbouwbedrijven, tuinbouwbedrijven, blijvende 
teeltbedrijven, graasdierbedrijven en hokdierbedrijven), en drie 
combinaties (gewassencombinaties, veeteeltcombinaties en 
gewassen/veeteeltcombinaties).
Daarbinnen worden nog circa veertig uitgebreide bedrijfstypen 
onderscheiden. 


Verklaring van de in de tabel gebruikte symbolen:

niets (blank) : een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
.             : gegevens ontbreken
x             : geheim
-             : nihil
0 (0,0)       : het cijfer is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid

*             : voorlopige cijfers
**            : nader voorlopige cijfers


3. KOPPELINGEN NAAR RELEVANTE TABELLEN EN ARTIKELEN

Landbouwtelling met informatie over gewassen en dieren per bedrijfstype.
Landbouwtelling; bedrijfstype nationaal


Door het Landbouw-Economisch Instituut (LEI) berekende bss-normen zie:
BSS-normen.
 

Het LEI heeft een NGE-rekenmodule ontwikkeld, waarmee overheden, 
agrariërs en anderen zelf het aantal NGE's per bedrijf kunnen uitrekenen.
NGE-rekenmodule

Meer informatie over de methode van typeren van bedrijven zie:
NEG-typering.

4. BRONNEN EN METHODEN

De beschrijving van het onderzoek is te vinden bij: Landbouwtelling.


5. MEER INFORMATIE

Infoservice: http://www.cbs.nl/infoservice

Copyright © Centraal Bureau voor de Statistiek

Verveelvoudiging is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld.