Hernieuwbare elektriciteit; productie en vermogen
Gewijzigd op: 15 november 2024
- Lijngrafiek
- Verticale staaf
- Horizontale staaf
- Let op: selectie wordt aangepast
Grafische presentatie
Delen
Gekopieerd naar klembord
- Tabeltoelichting
- Onderwerpen/classificaties
Tabelinformatie
Hernieuwbare elektriciteit; productie en vermogen
INHOUDSOPGAVE 1. Toelichting 2. Definities en verklaring van symbolen 3. Koppelingen naar relevante tabellen en artikelen. 4. Bronnen en methoden. 5. Meer informatie 1. TOELICHTING Deze tabel bevat gegevens over de Nederlandse productie van hernieuwbare elektriciteit, het aantal daarbij gebruikte installaties en het opgestelde vermogen van die installaties. Bij de productie wordt daarbij een onderscheid gemaakt naar genormaliseerd bruto productie en niet genormaliseerde bruto en netto productie. Elektriciteitsproductie wordt weergegeven in miljoen kilowattuur en in percentage van het totale elektriciteitsverbruik in Nederland. De hernieuwbare elektriciteitsproductie wordt afgezet tegen het totale elektriciteitsverbruik en niet tegen de totale elektriciteitsproductie. Deze keuze vloeit voort uit Europese afspraken. De gegevens zijn uitgesplitst naar het soort energiebron en de toegepaste techniek om de elektriciteit te verkrijgen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt naar vier hoofdcategorieën: waterkracht, windenergie, zonnestroom en biomassa. Gegevens beschikbaar vanaf: 1990. Status van de cijfers: De cijfers in deze tabel zijn definitief tot en met 2022, nader voorlopig voor 2023. Wijzigingen per november 2024: Cijfers voor 2021 – 2023 zijn gewijzigd. Hiermee worden de cijfers over 2022 definitief, de cijfers over 2023 nader voorlopig. De cijfers van 2021 zijn gereviseerd. De methode achter de elektriciteitsproductie uit wind is gewijzigd; het eigen verbruik van de windmolens wordt nu meegenomen in de cijfers. Dit is teruggelegd tot en met 2021. Verder zijn er meer windmolens afgesloten in 2021 dan voorheen gedacht. Dit heeft ook invloed op het opgestelde vermogen van 2022 en 2023 en daarmee op de genormaliseerde bruto productie. Hierdoor wijzigt zowel de bruto (genormaliseerd en niet-genormaliseerd) als de netto productie vanaf 2021. Voor zonnestroom is vanaf 2022 het vermogen gelijkgesteld aan het systeemvermogen van de installatie, conform internationale afspraken. Het systeemvermogen is het maximale vermogen van de installatie, wat bepaald wordt door het minimum van het paneelvermogen en het omvormervermogen. Wijzigingen per 7 juni 2024: Nader voorlopige cijfers over 2023 zijn toegevoegd. Wijzigingen per 7 maart 2024: Voorlopige cijfers over 2023 zijn toegevoegd. De (volgens RED II) genormaliseerde elektriciteitsproductie uit sommige vormen van biomassa voor 2023 is nog niet beschikbaar, dit wordt weergegeven met een punt “.”. RED II is de herziene EU Richtlijn Hernieuwbare energie welke in 2021 in werking is getreden. Wijzigingen per 14 november 2023: Cijfers over 2021 en 2022 hebben een update gekregen, 2021 is nu definitief en 2022 nader voorlopig. De cijfers over 2015-2020 zijn gereviseerd in andere tabellen over elektriciteit. Deze revisie is niet doorgevoerd op deze tabel, waardoor er inconsistenties van maximaal 80 GWh op jaarbasis tussen de cijfers voor totaal biomassa kunnen zijn. Wijzigingen per 2 juni 2023: Cijfers over 2022 hebben een update gehad en zijn nu nader voorlopig. Wijzigingen per 6 maart 2023: Voorlopige cijfers over 2022 zijn toegevoegd. De (volgens RED II) genormaliseerde elektriciteitsproductie uit sommige vormen van biomassa voor 2022 is nog niet beschikbaar, dit wordt weergegeven met een punt “.”. RED II is de herziene EU Richtlijn Hernieuwbare energie welke in 2021 van kracht is geworden. Wijzigingen per 8 februari 2023 De genormaliseerde elektriciteitsproductie van bij- en meestoken van biomassa in centrales is gewijzigd voor 2021. Naar aanleiding van gesprekken met RVO, die de duurzaamheid van gesubsidieerde vaste biomassa voor energietoepassingen waarborgt, is gebleken dat de vaste biomassa die voor bij- en meestoken wordt ingezet voor 100% voldoet aan RED II criteria voor duurzaamheid van biomassa in 2021. Hierdoor is de genormaliseerde bruto elektriciteitsproductie van bij- en meestoken 3,6 mld kWh hoger dan bij de update van december 2022 en gelijk aan de niet-genormaliseerde productie. De totale hernieuwbare genormaliseerde elektriciteitsproductie uitgedrukt in het percentage van het totaal verbruik stijgt daardoor 3 procentpunt. RED II is de herziene EU Richtlijn Hernieuwbare energie welke in 2021 van kracht is geworden. Wanneer komen er nieuwe cijfers: Voorlopige cijfers over de elektriciteitsproductie van het voorafgaande jaar verschijnen elk jaar in februari. Nader voorlopige cijfers over de elektriciteitsproductie van het voorafgaande jaar verschijnen elk jaar in juni. Definitieve cijfers over de elektriciteitsproductie van het voorafgaande jaar verschijnen elk jaar in december. 2. DEFINITIES EN VERKLARING VAN SYMBOLEN Definities: Hernieuwbare elektriciteit: Elektriciteit opgewekt uit wind, waterkracht, zon of biomassa. Het is elektriciteit uit bronnen die steeds opnieuw worden aangevuld. Bruto/netto productie: Bruto productie is de productie inclusief het eigen verbruik, netto productie is de productie exclusief het eigen verbruik. Het eigen verbruik is de elektriciteit die wordt gebruikt bij de elektriciteitsopwekking. Genormaliseerde elektriciteitsproductie: Hernieuwbare elektriciteitsproductie volgens de EU-Richtlijn Hernieuwbare Energie (2018). Dit houdt in dat er wordt gecorrigeerd voor weersomstandigheden (voor waterkracht en windenergie). Ook wordt de indirecte elektriciteitsproductie uit groen gas meegenomen. Tot slot geldt vanaf verslagjaar 2021 dat elektriciteitsproductie uit vaste biomassa en biogas in installaties boven een bepaalde vermogensgrens alleen wordt meegenomen indien de gebruikte biomassa voldoet aan de duurzaamheidsregels uit de EU-Richtlijn Hernieuwbare Energie. Groen gas: Groen gas is biogas dat is opgewerkt tot aardgaskwaliteit en is geïnjecteerd in het aardgasnet. Watt: Een Watt is de fysieke eenheid van elektrisch vermogen. 1 megawatt (MW of MWe, waarbij de e staat voor elektriciteit) = 1 miljoen Watt. Een generator met een elektrisch vermogen van 1 MW kan per uur een hoeveelheid elektriciteit produceren van 1 MWh (megawattuur). Verklaring van symbolen: niets (blanco) : het cijfer kan op logische gronden niet voorkomen . : het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim * : voorlopige cijfers ** : nader voorlopige cijfers In deze tabel wordt het symbool niets (blanco) ook gebruikt voor cellen die nihil zijn. 3. KOPPELINGEN NAAR RELEVANTE TABELLEN EN ARTIKELEN Relevante tabellen: Energiebalans; aanbod, omzetting en verbruik. Energiebalans; aanbod en verbruik, sector. Hernieuwbare energie; verbruik naar energiebron, techniek en toepassing. Zonnestroom; vermogen en vermogensklasse, bedrijven en woningen, regio. Relevante artikelen: Geen. Meer informatie is te vinden op de themapagina Industrie en energie. 4. BRONNEN EN METHODEN De onderzoeksmethode van deze tabel is te vinden in de onderzoeksbeschrijving Hernieuwbare energie. De onderzoeksmethode voor de berekening van zonnestroom is te vinden in de onderzoeksbeschrijving Zonnestroom op regionaal niveau. 5. MEER INFORMATIE Infoservice Copyright © Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen Verveelvoudiging is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld.
-
Onderwerpen
-
Elektriciteitsproductie
Binnenlandse productie van hernieuwbare elektriciteit in miljoenen kilowattuur.
-
Genormaliseerde bruto productie
Hernieuwbare, bruto elektriciteitsproductie gecorrigeerd voor weersomstandigheden en inclusief de indirecte productie uit groen gas. Vanaf 2021 wordt de elektriciteitsproductie uit vaste biomassa en biogas in installaties boven een bepaalde vermogensgrens alleen meegenomen indien de gebruikte biomassa voldoet aan de duurzaamheidsregels uit de EU-Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED II). Bruto productie is de productie inclusief het eigen verbruik. Het eigen verbruik is de elektriciteit die wordt gebruikt bij de elektriciteitsopwekking. De genormaliseerde productie is uitgerekend volgens definities uit de EU-Richtlijn Hernieuwbare Energie. De bindende doelstellingen uit deze richtlijn spelen een belangrijke rol in het Nederlandse energiebeleid. De niet-genormaliseerde productie is de daadwerkelijke fysieke productie volgens definities uit de standaard nationale en internationale energiestatistieken. Er zijn drie verschillen tussen de genormaliseerde en niet genormaliseerde cijfers: 1. Correctie voor toevallige weersomstandigheden 2. Het al dan niet meenemen van de elektriciteitsproductie uit groen gas. 3. Het al dan niet meenemen van biomassa die niet aan de duurzaamheidscriteria uit de EU-Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED II) voldoet Nadere toelichting bij 1: De genormaliseerde productie in een bepaald jaar wordt daarbij berekend als de capaciteit in het betreffende jaar maal de gemiddelde productie per eenheid capaciteit in de afgelopen vijf jaar (voor wind) of vijftien jaar (voor waterkracht). De productie van zonnestroom is in principe ook afhankelijk van het weer. In de EU-Richtlijn is echter afgesproken om voor zonnestroom geen normalisatie toe te passen. Nadere toelichting bij 2: Groen gas is biogas dat is opgewerkt tot aardgaskwaliteit en geïnjecteerd in het aardgasnet. Een (klein) gedeelte van de elektriciteitsproductie uit aardgas kan dus worden toegerekend aan groen gas. Bij de genormaliseerde cijfers is deze toerekening meegenomen, bij niet genormaliseerde cijfers is deze toerekening niet meegenomen. Nadere toelichting bij 3: Vanaf 2021 wordt de elektriciteitsproductie uit vaste biomassa en biogas in installaties boven een bepaalde vermogensgrens alleen meegenomen voor de genormaliseerde elektriciteitsproductie indien de gebruikte biomassa voldoet aan de duurzaamheidsregels uit de EU-Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED II).
-
Niet-genormaliseerde productie
Hernieuwbare elektriciteitsproductie, niet gecorrigeerd voor weersomstandigheden en exclusief de indirecte productie uit groen gas. Groen gas is biogas dat is opgewerkt tot aardgaskwaliteit en geïnjecteerd in het aardgasnet. Een (klein) gedeelte van de elektriciteitsproductie uit aardgas kan dus worden toegerekend aan groen gas. Bij de genormaliseerde elektriciteitsproductie is deze toerekening meegenomen, bij niet genormaliseerde elektriciteitsproductie is deze toerekening niet meegenomen.
-
Bruto elektriciteitsproductie
Bruto elektriciteitsproductie is de productie inclusief het eigen verbruik. Het eigen verbruik is de elektriciteit die wordt gebruikt bij de elektriciteitsopwekking.
-
Netto elektriciteitsproductie
Netto elektriciteitsproductie is de productie exclusief het eigen verbruik. Het eigen verbruik is de elektriciteit die wordt gebruikt bij de elektriciteitsopwekking.
-
-
-
Elektriciteitsproductie relatief
Binnenlandse productie van hernieuwbare elektriciteit als percentage van het totale binnenlandse elektriciteitsverbruik. De hernieuwbare elektriciteitsproductie wordt afgezet tegen het totale elektriciteitsverbruik en niet tegen de totale elektriciteitsproductie. Deze keuze vloeit voort uit Europese afspraken.
-
Genormaliseerde bruto productie
Hernieuwbare, bruto elektriciteitsproductie gecorrigeerd voor weersomstandigheden en inclusief de indirecte productie uit groen gas. Bruto productie is de productie inclusief het eigen verbruik. Het eigen verbruik is de elektriciteit die wordt gebruikt bij de elektriciteitsopwekking. De genormaliseerde productie is uitgerekend volgens definities uit de EU-Richtlijn Hernieuwbare Energie uit 2009. De bindende doelstellingen uit deze richtlijn spelen een belangrijke rol in het Nederlandse energiebeleid. De niet-genormaliseerde productie is de daadwerkelijke fysieke productie volgens definities uit de standaard nationale en internationale energiestatistieken. Er zijn twee verschillen tussen de genormaliseerde en niet genormaliseerde cijfers: 1. Correctie voor toevallige weersomstandigheden 2. Het al dan niet meenemen van de elektriciteitsproductie uit groen gas. Nadere toelichting bij 1: De genormaliseerde productie in een bepaald jaar wordt daarbij berekend als de capaciteit in het betreffende jaar maal de gemiddelde productie per eenheid capaciteit in de afgelopen vijf jaar (voor wind) of vijftien jaar (voor waterkracht). De productie van zonnestroom is in principe ook afhankelijk van het weer. In de EU-Richtlijn is echter afgesproken om voor zonnestroom geen normalisatie toe te passen. Nadere toelichting bij 2: Groen gas is biogas dat is opgewerkt tot aardgaskwaliteit en geïnjecteerd in het aardgasnet. Een (klein) gedeelte van de elektriciteitsproductie uit aardgas kan dus worden toegerekend aan groen gas. Bij de genormaliseerde cijfers is deze toerekening meegenomen, bij niet genormaliseerde cijfers is deze toerekening niet meegenomen.
-
Niet-genormaliseerde productie
Hernieuwbare elektriciteitsproductie, niet gecorrigeerd voor weersomstandigheden en exclusief de indirecte productie uit groen gas. Groen gas is biogas dat is opgewerkt tot aardgaskwaliteit en geïnjecteerd in het aardgasnet. Een (klein) gedeelte van de elektriciteitsproductie uit aardgas kan dus worden toegerekend aan groen gas. Bij de genormaliseerde elektriciteitsproductie is deze toerekening meegenomen, bij niet genormaliseerde elektriciteitsproductie is deze toerekening niet meegenomen.
-
Bruto elektriciteitsproductie
Bruto elektriciteitsproductie is de productie inclusief het eigen verbruik. Het eigen verbruik is de elektriciteit die wordt gebruikt bij de elektriciteitsopwekking.
-
Netto elektriciteitsproductie
Netto elektriciteitsproductie is de productie exclusief het eigen verbruik. Het eigen verbruik is de elektriciteit die wordt gebruikt bij de elektriciteitsopwekking.
-
-
-
Installaties
-
Opgestelde installaties einde van jaar
Het aantal installaties dat op 31 december van het verslagjaar in gebruik is.
-
Opgesteld elektrisch vermogen einde jaar
Het elektrisch vermogen dat op 31 december van het verslagjaar in gebruik is. Het elektrisch vermogen is de hoeveelheid elektriciteit die per tijdseenheid kan worden opgewekt bij normaal gebruik van alle beschikbare installaties die elektriciteit produceren.
-
-
-
Bron/Techniek
-
Totaal hernieuwbare energiebronnen
-
Waterkracht
Energie, opgewekt met behulp van vallend of stromend water.
-
Totaal windenergie
Energie, opgewekt met een windmolen of windturbine. Windmolens staan op land of in binnenwateren of op zee.
-
Windenergie op land
Windenergie op land of in binnenwateren. Windmolens in binnenwateren, zoals bijvoorbeeld het IJsselmeer, worden gerekend bij windenergie op land.
-
Windenergie op zee
Energie afkomstig van windmolens op zee. In het najaar van 2006 is het eerste windpark op zee in gebruik genomen.
-
Zonnestroom
Zonnestraling omgezet in elektriciteit. Ook bekend als fotovoltaïsch opgewekte zonne-energie.
-
Totaal biomassa
Plantaardig of dierlijk materiaal van recente oorsprong in gebruik voor productie van energie. Voorbeelden zijn hout, mest en afval uit de voedselverwerkende industrie.
-
-
Perioden
-
2022
-
2023**
Nader voorlopige cijfers
-
Toon opties
Variabelen kunnen gesleept worden naar de kop, rijen of kolommen van de tabel. In de kop is maar één item van een variabele te selecteren.
| ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Elektriciteitsproductie Genormaliseerde bruto productie | Niet-genormaliseerde productie Bruto elektriciteitsproductie | Netto elektriciteitsproductie | Elektriciteitsproductie relatief Genormaliseerde bruto productie | Niet-genormaliseerde productie Bruto elektriciteitsproductie | Netto elektriciteitsproductie | Installaties Opgestelde installaties einde van jaar | Opgesteld elektrisch vermogen einde jaar | ||
mln kWh | in % van het verbruik | aantal | megawatt | |||||||
Totaal hernieuwbare energiebronnen | 2022 | 46 512 | 48 093 | 46 510 | 39,65 | 41,00 | 41,16 | . | . | |
2023** | 53 671 | 56 779 | 55 322 | 46,40 | 49,09 | 49,45 | . | . | ||
Waterkracht | 2022 | 87 | 50 | 50 | 0,07 | 0,04 | 0,04 | 8 | 38 | |
2023** | 84 | 69 | 69 | 0,07 | 0,06 | 0,06 | 8 | 38 | ||
Totaal windenergie | 2022 | 21 404 | 21 566 | 21 071 | 18,25 | 18,38 | 18,64 | 2 918 | 8 700 | |
2023** | 26 854 | 29 525 | 28 926 | 23,22 | 25,52 | 25,86 | 3 157 | 10 734 | ||
Windenergie op land | 2022 | 12 957 | 13 440 | 13 134 | 11,04 | 11,46 | 11,62 | 2 446 | 6 131 | |
2023** | 15 767 | 17 814 | 17 453 | 13,63 | 15,40 | 15,60 | 2 557 | 6 757 | ||
Windenergie op zee | 2022 | 8 447 | 8 126 | 7 936 | 7,20 | 6,93 | 7,02 | 472 | 2 570 | |
2023** | 11 087 | 11 712 | 11 473 | 9,59 | 10,12 | 10,26 | 600 | 3 978 | ||
Zonnestroom | 2022 | 16 657 | 16 657 | 16 657 | 14,20 | 14,20 | 14,74 | 2 298 859 | 17 356 | |
2023** | 19 578 | 19 578 | 19 578 | 16,93 | 16,93 | 17,50 | 2 875 487 | 21 275 | ||
Totaal biomassa | 2022 | 8 365 | 9 820 | 8 733 | 7,13 | 8,37 | 7,73 | . | . | |
2023** | 7 155 | 7 607 | 6 748 | 6,18 | 6,58 | 6,03 | . | . |
Bron: CBS