Energiebalans; aanbod, omzetting en verbruik
Gewijzigd op: 15 november 2024
- Lijngrafiek
- Verticale staaf
- Horizontale staaf
- Let op: selectie wordt aangepast
Grafische presentatie
Delen
Gekopieerd naar klembord
- Tabeltoelichting
- Onderwerpen/classificaties
Tabelinformatie
Energiebalans; aanbod, omzetting en verbruik
INHOUDSOPGAVE 1. Toelichting 2. Definities en verklaring van symbolen 3. Koppelingen naar relevante tabellen en artikelen 4. Bronnen en methoden 5. Meer informatie 1. TOELICHTING Deze tabel bevat cijfers over het aanbod, de omzetting en het verbruik van energie. Energie komt onder andere vrij bij de verbranding van bijvoorbeeld aardgas, aardolie, steenkool en biobrandstoffen. Energie kan ook worden verkregen uit elektriciteit of warmte of worden onttrokken aan de natuur, bijvoorbeeld windkracht of zonne-energie. In de energiestatistiek heten al deze bronnen waaruit energie kan worden gebruikt 'energiedragers'. Het aanbod van energie wordt gevormd door de winning van energie, het saldo van in- en uitvoer en het saldo van de voorraadmutatie. Dit wordt ook wel het primair energieaanbod genoemd, omdat dit de hoeveelheid energie is die in het land beschikbaar is voor omzetting of verbruik. Van de energieomzetting geeft de tabel zowel cijfers over de inzet van energiedragers voor omzetting (de hoeveelheid energie die is gebruikt om andere energiedragers van te maken), als over de productie van energie nà de omzetting (de hoeveelheid energie die is gemaakt uit andere energiedragers), als over het saldo van inzet en productie. Dit saldo van energieomzetting is te interpreteren als het verlies van energie bij de omzetting. Vervolgens toont de energiebalans het finaal verbruik van energie, dit is het eindverbruik van energie. Eerst betreft dit het eigen verbruik en de distributieverliezen. Na aftrek van deze hoeveelheden blijft het finaal verbruik van energie-afnemers over. Dit bestaat uit het finaal energieverbruik en het niet-energetisch gebruik. Het finaal energieverbruik is de energie die energie-afnemers benutten voor energetische doeleinden. Het wordt gespecificeerd voor achtereenvolgens de nijverheid, het vervoer en de overige afnemers, uitgesplitst naar diverse subsectoren. De laatste vorm van energieverbruik is het niet-energetisch gebruik. Dit is het gebruiken van een energiedrager voor het maken van een product dat geen energiedrager is. Gegevens beschikbaar: Vanaf 1946. Status van de cijfers: Alle cijfers tot en met verslagjaar 2022 zijn definitief. De cijfers over 2023 zijn nader voorlopig. Wijzigingen per 15 november 2024: De structuur van de tabel is aangepast. Het gaat om de indeling in energiedragers, onderdeel ‘overige energiedragers’. De nieuwe indeling zorgt ervoor dat er nu precies wordt aangesloten bij de indeling die Eurostat hanteert bij de publicatie van de Energiebalans. Deze tabel is tevens gereviseerd voor 2015 t/m 2021 als gevolg van nieuwe methoden die ook voor 2022 en 2023 zijn toegepast. Het gaat om de volgende onderdelen: finaal energieverbruik LPG, verdeling van finaal energieverbruik van motorbenzine en verplaatsing van het energieverbruik van de nucleaire industrie van de nijverheid naar de energiesector. Tevens is het aardgasverbruik van de houtindustrie verbeterd zodat het beter volgtijdelijk vergelijkbaar is. Het gaat om wijzigingen van maximaal een paar PJ. Wijzigingen per 7 juni 2024: Nader voorlopige cijfers over 2023 zijn toegevoegd. Wijzigingen per 26 april 2024: Voorlopige cijfers over 2023 zijn toegevoegd. De energiebalans is gereviseerd vanaf 2015 op een beperkt aantal punten. De belangrijkste zijn de volgende: 1. Voor vaste biomassa en huishoudelijk afval zijn de meest recente data meegenomen en is gewerkt aan een integratie met cijfers voor een nieuwe, nog te publiceren StatLine tabel over aanbod van vaste biomassa. Daardoor zijn er wat wijzigingen in invoer, uitvoer en winning van biomassa van maximaal een paar PJ. 2. Bij aardgas is een verbetering doorgevoerd in de verwerking van data voor opgeslagen LNG wat zorgt voor een verschuiving tussen voorraadmutatie, invoer en uitvoer van maximaal een paar PJ 3. Data voor finaal energieverbruik van bijgemengde biobrandstoffen per subsector bij vervoer waren onterecht weggepunt. Deze zijn nu zichtbaar gemaakt. Wijzigingen per 25 maart 2024: De energiebalans is gereviseerd en geherstructureerd. Het gaat vooral om het op een andere wijze van omgaan met biobrandstoffen die zijn bijgemengd in fossiele brandstoffen. Voorheen werden biobrandstoffen welke zijn gemengd met fossiele brandstoffen geteld bij aardoliegrondstoffen en -producten. In de nieuwe energiebalans tellen bijgemengde biobrandstoffen bij hernieuwbare energie en betreft aardoliegrondstoffen en -producten en de onderliggende producten (zoals benzine, diesel en kerosine) alleen het fossiele deel van mengsels van fossiele en biogene brandstoffen. Om dit duidelijk te maken zijn de namen van de energiedragers aangepast. Gevolg van deze aanpassing is dat een deel van de energie verplaatst is van aardolie naar hernieuwbaar. Voor totaal energiedragers blijft de energiebalans hetzelfde. Doel van deze aanpassing is om de toenemende rol van bijgemengde biobrandstoffen in de Energiebalans zichtbaar te maken en om beter aan te sluiten bij de Energiebalansen die Eurostat en het Internationaal Energieagentschap publiceren. Binnen hernieuwbare energie en biomassa zijn pure en bijgemengde biobrandstoffen nu als aparte energiedragers zichtbaar. Daarnaast is de wijze van omgaan met elektrische wegvervoer verbeterd waardoor het aanvoer en finaal verbruik van elektriciteit in de diensten in 2021 en 2022 ruim 2 PJ hoger is geworden. Wijzigingen per 14 november 2023: Voor de jaren 2021 en 2022 zijn de cijfers bijgesteld. Cijfers voor de Energiebalans 2015 tot en met 2020 zijn gereviseerd. Het gaat om de volgende punten: - Voor de jaren 2019 en 2020 is het finaal energieverbruik van warmte in de landbouw een paar PJ lager en dat van de diensten een paar PJ hoger als gevolg van een verbetering in de interpretatie van de beschikbare cijfers over aanvoer van warmte door de landbouw. - Bij de winning van aardwarmte door de landbouw komt ook aardgas mee dat door de landbouwbedrijven zelf wordt verbruikt. Dit is nu meegenomen in de energiebalans. Het gaat om 0,2 PJ in 2015 oplopend tot 0,7 PJ in 2020. - Er zijn enkele verbeteringen van data voor warmte in industrie doorgevoerd van ongeveer 1 PJ of kleiner. - Er zijn enkele andere verbeteringen in data meegenomen, ook maximaal ongeveer 1PJ, meest kleiner. Wijzigingen per 10 oktober 2023: De energiedrager fabriekscokes is toegevoegd. Verbeterde gegevens over de periode 1946 tot en met 1989 zijn toegevoegd. Wijzigingen per 26 mei 2023: Voorlopige cijfers over 2022 zijn herzien. Wanneer komen er nieuwe cijfers? Voorlopige cijfers: april volgend op het verslagjaar. Nader voorlopige cijfers: juni/juli volgend op het verslagjaar. Definitieve cijfers: december van het tweede jaar volgend op het verslagjaar. 2. DEFINITIES EN VERKLARING VAN SYMBOLEN Definities: Petajoule (PJ) is een eenheid voor energie. Dit is 1 000 000 000 000 000 joule (een 1 met 15 nullen). Een joule is een eenheid van energie die overeenkomt met 0,24 calorie. Eén PJ komt overeen met 31,6 miljoen kubieke meter aardgas of 278 miljoen kilowattuur elektriciteit. Verklaring van symbolen: niets (blanco) : het cijfer kan op logische gronden niet voorkomen . : het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim * : voorlopige cijfers ** : nader voorlopige cijfers In deze tabel wordt het symbool niets (blanco) ook gebruikt voor cellen die nihil zijn. 3. KOPPELINGEN NAAR RELEVANTE TABELLEN EN ARTIKELEN Relevante tabellen: Energiebalans; aanbod en verbruik, sector Maandbalansen; Aardgasbalans; aanbod en verbruik Kolen en kolenproductenbalans; aanbod en verbruik Elektriciteitsbalans; aanbod en verbruik Aardoliegrondstoffen- en aardolieproductenbalans; aanbod en verbruik Meer informatie is te vinden op de themapagina Industrie en energie. 4. BRONNEN EN METHODEN De onderzoeksmethode van deze tabel is te vinden in de onderzoeksbeschrijving Nederlandse energiehuishouding (NEH). Voor een overzicht van de gehanteerde verbrandingswaarden, zie Verbrandingswaarde. Zie voor een omrekentabel voor energie-eenheden bijvoorbeeld: Unit Converter. Daarmee kan bijvoorbeeld worden omgerekend MJ > Mtoe > GWh. Een aanvullende studie over stadsverwarming staat in de Warmtemonitor 2019. Revisie 1990 tot en met 2017 van 18 december 2018 1. Het energieverbruik in de chemische industrie is gecorrigeerd voor de jaren 2012 tot en met 2017. Deze aanpassing is het gevolg van een correctie in de onderliggende data voor enkele grote chemische bedrijven. De opgave van deze bedrijven voor de energiestatistieken van het CBS bleek niet volledig door onduidelijkheid over de afbakening van deze bedrijven. Deze onvolledigheid is ontdekt door een vergelijking van de aan het CBS opgegeven data met de gegevens van deze bedrijven gerapporteerd voor het ETS-systeem en gegevens in de milieujaarverslagen. Een gevolg van deze correctie is dat het finaal verbruik van aardgas nu gemiddeld 22 PJ hoger is voor de jaren 2012 t/m 2017, het olierestgassenverbruik gemiddeld 12 PJ hoger en het elektriciteitsverbruik ongeveer 1 PJ hoger. Deze correcties hebben gevolgen voor berekende emissie van CO2, welke nu gemiddeld 1,3 Mton hoger uitkomen voor de jaren 2012 t/m 2017. 2. Het niet-energetisch gebruik in de chemie voor de jaren 1990 tot en met 2017 is naar beneden bijgesteld. Een grote niet plausibele stijging van het niet-energetisch gebruik van een groot chemisch bedrijf was aanleiding van nader onderzoek naar de data van dit bedrijf waarbij gekeken is naar de historische capaciteit, de benuttingsgraad, het rendement en de relatie met een naastgelegen bedrijf. Resultaat van dit onderzoek is vooral een verlaging van het niet-energetisch gebruik en de invoer van aardolie met gemiddeld ongeveer 50 PJ per jaar. 3. Voor de jaren 2015 tot en met 2017 waren de cijfers over bunkering van zware stookolie niet plausibel. Nader onderzoek heeft geleid tot verbetering van de onderliggende data en cijfers zijn ongeveer 20 PJ lager voor 2015 en 2016. 4. Bij steenkool is doorvoer van steenkool naar andere landen en de voorraadmutaties bij de handelaren uit de gepubliceerde cijfers gehaald. Aanleiding hiervoor is een verzoek van Eurostat waarbij de statistische verordening zo geïnterpreteerd wordt dat invoer van steenkool alleen betrekking heeft op steenkool voor binnenlands verbruik. Als gevolg daarvan is de uitvoer van steenkool nu nihil. Het verbruik van steenkool is niet aangepast. 5. In de energiebalans (aanbod, verbruik) worden bij steenkool nu drie soorten steenkool onderscheiden: antraciet, ketelkool en cokeskool. Dit was al zo vanaf 2015 en is nu voor de jaren 1990-2014 ook verwerkt. Dit is gedaan om aan te sluiten bij de indeling die Eurostat hanteert. 6. Voor zonnestroom is het CBS overgestapt op een nieuwe waarnemingsmethode door gebruik te maken van registerdata. Dat heeft tot gevolg dat de data voor de productie van zonnestroom vanaf 2012 iets aangepast zijn. Verder is er daardoor ook meer inzicht in welk deel van de opgewekte stroom zelf wordt verbruikt met als gevolg dat het finaal energieverbruik van elektriciteit wat hoger is geworden, vooral bij de diensten, oplopend tot ongeveer 1 PJ in 2017. 7. Bij hernieuwbare energie is een nieuwe energiedrager toegevoegd: omgevingsenergie. Dit is energie uit bodem, buitenlucht of oppervlakte water onttrokken door warmtepompen. Aanleiding voor het toevoegen van omgevingsenergie is dat Eurostat dat ook gaat doen, als gevolg van een aanpassing van de Europese verordening voor energiestatistieken De hoeveelheid omgevingsenergie, gewonnen en verbruikt in de sectoren diensten, woningen en landbouw loopt op vanaf bijna verwaarloosbaar in 1994 tot ruim 7 PJ in 2017. 8. Het elektriciteitsverbruik van de cokesfabriek is verschoven van inzet voor omzetting naar eigen verbruik. Dit om beter aan te sluiten bij de methode van Eurostat. Verder zijn de energiedragers 'Windenergie op land', 'Windenergie op zee' en een 'Totaal overige energiedragers' toegevoegd. Tenslotte is de energiedrager 'Biogeen huishoudelijk afval' hernoemd tot 'Hernieuwbaar huishoudelijk afval'. Revisie 1990 tot en met 2014 van 23 maart 2018 1. Cijfers over de balansposten van het aanbod van aardgas (winning, invoer, uitvoer en voorraadmutatie) zijn aangepast vanaf het jaar 2000, omdat de voorraadmutatie in de ondergrondse opslagen van aardgas nu wel zijn meegenomen en niet meer verondersteld wordt dat deze voorraden onderdeel zijn van het systeem van de winning van aardgas (zoals voorheen). Tevens is de directie uitwisseling van het Nederlandse hoofdgasnet met ondergrondse opslagen in het buitenland nu geboekt als invoer en uitvoer. De opbouw van de voorraad kussengas is opgenomen in de balans als niet-energetisch gebruik van aardgas. Deze aanpassingen hebben geen gevolgen voor het verbruik van aardgas, uitgezonderd het extra niet-energetisch gebruik als gevolg van opbouw voorraad kussengas. 2. Het distributieverlies van aardgas bleek geen lekkage van aardgas te zijn, maar eigen aardgasverbruik van aardgas door aardgasnetbedrijven. Het distributieverlies van aardgas is daarom op 0 gesteld en de betreffende hoeveelheden aardgas zijn opgenomen als eigen verbruik van aardgas van de energiesector. Dit geldt voor de periode 1990 tot en met 2014. 3. Cijfers over de productie van aardgas uit overige omzetting zijn verbeterd door ook gebruik te maken van gegevens van aardgasnetbedrijven. 4. Tevens zijn enkele verbeteringen in de data doorgevoerd voor wat betreft finaal energieverbruik van LPG door de dienstensector voor 2010 en het niet-energetisch verbruik van LPG in 2014. Revisie 1990 tot en met 2014 van 27 december 2017. Enkele cijfers van de Energiebalans zijn gereviseerd. Deze revisie betreft de volgende onderdelen. 1. Nieuwe stookwaarden voor benzine en diesel vanaf 1990. Nieuwe meetresultaten zijn beschikbaar gekomen voor de stookwaarden van benzine en gasolie(diesel). De nieuwe inzichten zijn teruggelegd in de tijd en als gevolg daarvan is verbruik in energetische waarden van benzine ongeveer 5 procent lager en van gasolie 1 procent hoger. 2. Consistent maken tijdreeksen gasolie diensten en bouw vanaf 1990. De nieuwste inzichten over het gebruik van gasolie in de diensten en de bouw (vooral in mobiele machines) zijn teruggelegd in de tijd. Voor de meeste jaren gaat daardoor het verbruik in de bouw met ongeveer 2 PJ omhoog. 3. Beperken 'additieven' tot alleen fossiele additieven vanaf 2007. In de oude cijfers bevatten de gegevens over additieven voor sommige balansposten ook biogene additieven. Deze zijn weggehaald bij de additieven en daardoor is de in- en uitvoer van additieven veel lager en sluit nu ook aan bij de StatLine tabel Aardoliegrondstoffenbalans; aanbod, verbruik en voorraad. 4. Uitbreiden 'vaste en vloeibare biomassa' met data over winning, invoer en uitvoer van biobrandstoffen. In de vorige versie bevatte de energiedrager 'vaste en vloeibare biomassa', naast biomassa voor stationaire installaties, alleen gegevens over de bijmenging van biotransportbrandstoffen. De winning werd vervolgens gelijk gesteld aan de bijmenging. In deze versie wordt ook de totale winning, de voorraadmutatie en de (gesaldeerde) invoer/uitvoer van biotransportbrandstoffen meegeteld. De winning van biobenzine is geheim en is daarom omgeboekt naar invoer, in overeenstemming met rapportages van het CBS aan IEA en Eurostat. Opvallend is vooral dat de winning en uitvoer van biomassa vanaf 2012 nu tientallen PJ hoger is. 5. Gelijkstellen cijfers biomassa huishoudens en warmteproductie afvalverbrandingsinstallaties aan statistiek hernieuwbare energie vanaf 1990. In de zomer van 2015 is de statistiek hernieuwbare energie gereviseerd. De nieuwste inzichten uit deze statistiek zijn nu ook verwerkt in de Energiebalans. Het meest zichtbaar is de toename van het verbruik van biomassa bij huishoudens van 4 tot 9 PJ vanaf 1995. 6. Doorvoeren correcties 2014. Voor twee onderdelen (elektriciteitsproductie en niet energetisch gebruik petroleumcokes) zijn onregelmatigheden in het verwerken van de data gecorrigeerd. De elektriciteitsproductie in 2014 is nu een kleine 3 PJ hoger en het niet-energetisch gebruik van petroleumcokes is 18 PJ hoger.” 7. De inzet van cokesovengas en hoogovengas door de cokesfabrieken is verplaatst naar eigen verbruik om beter aan te sluiten bij internationale methodes over energiestatistieken. Cijfers vanaf 1990 zijn nagenoeg consistent als gevolg van eerder doorgevoerde revisies. Deze revisies zijn niet doorgevoerd voor de jaren 1989 en eerder waardoor er een trendbreuk is voor de jaren 1989/1990, bijvoorbeeld bij finaal energieverbruik woningen. Op hoofdlijnen, zoals het totaal primair verbruik van kolen, olie en gas, zijn de cijfers wel goed vergelijkbaar. Voor de jaren 1989 en ouder zijn de cijfers minder compleet dan voor de jaren vanaf 1990 met als gevolg dat veel cellen leeg zijn in de jaren voor 1990. Zie Energy Statistics Manual voor de Engelstalige handleiding omtrent internationale energiestatistieken van Eurostat en het Internationaal Energieagentschap (IEA). De energiebalans volgt de definitie van hernieuwbare energie uit de Energy Statistics Manual van het Internationaal Energie Agentschap (IEA) en Eurostat. In specifieke StatLine-tabellen over hernieuwbare energie worden definities volgens andere methoden gebruikt: namelijk de bruto eindverbruikmethode uit de EU-Richtlijn Hernieuwbare Energie en de substitutiemethode uit het nationale Protocol Monitoring Hernieuwbare Energie. Afhankelijk van de gebruikte methode kunnen bodemenergie en buitenluchtwarmte al dan niet onder de noemer hernieuwbare energie vallen. De definitieverschillen worden verder toegelicht in het Protocol Monitoring Hernieuwbare Energie (RVO.nl en CBS, 2015). 5. MEER INFORMATIE Infoservice Copyright © Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen Verveelvoudiging is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld.
-
Onderwerpen
-
Energieaanbod
De hoeveelheid energie die primair beschikbaar komt voor verbruik in Nederland.
-
Totaal aanbod (TPES)
De hoeveelheid energie die in het land primair beschikbaar komt (invoer plus winning en voorraadonttrekking) minus de hoeveelheid die het land verlaat (uitvoer en brandstofbunkering voor grensoverschrijdend verkeer). TPES = Total Primary Energy Supply.
-
Winning
Het opvangen of extraheren van brandstoffen of energie uit natuurlijke energiestromen, de biosfeer en natuurlijke reserves van fossiele brandstoffen binnen de nationaal grondgebied in een vorm die geschikt is voor gebruik. Bij biodiesel, biobenzine en biogas telt de productie van deze brandstoffen als winning, de daarvoor gebruikte biogene grondstoffen worden nog niet beschouwd als energie. Ook het geschikt maken van afval als energiedrager, bijvoorbeeld door het te verbranden in afvalverbrandingsinstallaties telt als winning.
-
Invoer
Aanvoer van energiedragers vanuit het buitenland.
-
Uitvoer
Afvoer van energiedragers naar het buitenland.
-
Bunkering
De levering van brandstof voor de internationale scheepvaart en voor de internationale luchtvaart. Dit betreft schepen of vliegtuigen die vertrekken uit Nederlandse havens en aankomen in/op buitenlandse (lucht)havens. De post bunkering wordt in de energiebalans gezien als een vorm van uitvoer. De brandstof komt namelijk niet beschikbaar voor verbruik in Nederland. Bunkers per sector zijn niet bekend.
-
Voorraadmutatie
De verandering van de omvang van de voorraad. Bij energiestatistieken is dit de beginvoorraad minus de eindvoorraad, conform de internationale richtlijnen voor energiestatistieken. Een positief getal betekent dus dat de voorraad is afgenomen en dat het aanbod in Nederland is toegenomen. Voor een negatief getal geldt het omgekeerde (toename van de voorraad en afname van het aanbod).
-
-
Statistische verschillen
Het verschil tussen het energieaanbod en het energieverbruik van een energiedrager. Dit verschil ontstaat doordat de gegevens over aanbod en verbruik uit verschillende bronnen komen. Voor veel energiedragers wordt het verschil toegedeeld aan aanbod of verbruik. Daarmee wordt het statistisch verschil nihil.
-
Totaal energieverbruik
De hoeveelheid energie die is verbruikt door bedrijven, huishoudens en vervoer in Nederland. Energie kan zijn verbruikt: - bij omzetting in andere energiedragers, dit is de inzet minus de productie van energie. - als finaal verbruik. Totaal energieverbruik = Totaal saldo energieomzetting + totaal eigen verbruik + verliezen bij distributie + totaal finaal verbruik.
-
Energieomzetting
Het veranderen van de ene energiedrager in de andere. Dit kan de omzetting zijn van een brandstof in elektriciteit of warmte. Het kan ook de omzetting zijn van een brandstof in een andere soort brandstof, zoals de omzetting van ruwe aardolie in benzine.
-
Saldo inzet-productie energie
-
Totaal saldo energieomzetting
Het verschil tussen de inzet voor en productie uit omzettingen. Het totale saldo energieomzetting is de som van het saldo: - bij elektriciteit/WKK-omzetting - bij andere omzettingen Voor de ingezette energiedragers, zoals aardgas en steenkool, is het saldo energieomzetting altijd positief. Voor de geproduceerde energiedragers, zoals elektriciteit of benzine, is het saldo altijd negatief. Bij de omzetting naar deze energiedragers wordt er immers meer van geproduceerd dan ingezet. Voor het totaal van alle energiedragers is het saldo de hoeveelheid energie die verloren is gegaan bij de omzetting van energiedragers.
-
Saldo elektriciteit/WKK-omzetting
De inzet minus de productie bij de omzetting van energiedragers in: - alleen elektriciteit, - elektriciteit en nuttig gebruikte warmte samen, ook bekend als warmtekrachtkoppeling (WKK). Warmte heeft de vorm van stoom of warm water. Voor de ingezette energiedragers, zoals aardgas en steenkool, is het saldo energieomzetting altijd positief. Voor de geproduceerde energiedragers, zoals elektriciteit of benzine, is het saldo altijd negatief. Bij de omzetting naar deze energiedragers wordt er immers meer van geproduceerd dan ingezet. Voor het totaal van alle energiedragers is het saldo de hoeveelheid energie die verloren is gegaan bij de omzetting van energiedragers.
-
Saldo andere omzetting
De inzet minus de productie bij de omzetting van energiedragers in: - een andere brandstof, zoals bij de productie van steenkool- en aardolieproducten. - alleen warmte. Dit is het geval bij bedrijven die warmte afleveren aan een ander bedrijf. Dit is exclusief warmteproductie uit warmtekrachtkoppeling (WKK). Voor de ingezette energiedragers, zoals aardgas en steenkool, is het saldo energieomzetting altijd positief. Voor de geproduceerde energiedragers, zoals elektriciteit of benzine, is het saldo altijd negatief. Bij de omzetting naar deze energiedragers wordt er immers meer van geproduceerd dan ingezet. Voor het totaal van alle energiedragers is het saldo de hoeveelheid energie die verloren is gegaan bij de omzetting van energiedragers.
-
-
-
Eigen verbruik
Het verbruik van energie in installaties voor de winning of omzetting van energie en het verbruik van energie door bedrijven uit de energiesector. Dit betreft alleen de benodigde hulpenergie, niet de inzet voor de energieomzetting zelf. De energiesector omvat de winning van olie en gas, de cokesfabrieken, de hoogovens, olieraffinageinstallaties en overige installaties / energiebedrijven (sector D uit de Standaard Bedrijfs Indeling (SBI)). Voorbeelden van dit eigen verbruik zijn het verbranden van brandstoffen in stoomketels van olieraffinaderijen om stoom te maken die het raffinageproces op de gewenste temperatuur brengt, het verbruik van elektriciteit voor het oppompen van aardgas uit de bodem, het verbruik van elektriciteit voor het transporteren van steenkool in een kolencentrale en het verbruik van elektriciteit door een afvalverbrandingsinstallatie voor rookgasreiniging.
-
Totaal
Deze categorie is een samentelling van categorieën: - Elektriciteits- en warmteproductie - Winning van olie en gas - Cokesfabrieken - Hoogovens - Olieraffinage-installties - Overige installaties
-
-
Verliezen bij distributie
Elektriciteit en warmte die verloren gaat bij het transport. Bij elektriciteit betreft dit de totale netverliezen, dus het fysieke verlies door het transport van elektriciteit en het administratieve verlies door fraude, meetfouten en onvolkomenheden in de administratie.
-
Finaal verbruik
-
Totaal finaal verbruik
Het totaal finaal verbruik is de som van: - Finaal energieverbruik - Niet-energetisch gebruik
-
Finaal energieverbruik
Het door gebruik opmaken van energie. Hierna resteert geen nuttig bruikbare energiedrager. Voorbeelden zijn het verbranden van aardgas in een warmteketel, het verbruik van elektriciteit door huishoudens en het verbruik van motorbrandstoffen voor vervoer.
-
Totaal
Deze categorie is een samentelling van categorieën: - Nijverheid (exclusief de energiesector) - Vervoer - Overige afnemers
-
Nijverheid (exclusief de energiesector)
Bedrijven binnen de sector nijverheid (exclusief de energiesector) in Nederland. De sector nijverheid bestaat uit bedrijven binnen de delfstoffenwinning, industrie en bouwnijverheid. NB. De energie voor het bedrijfsvervoer buiten het eigen bedrijfsterrein wordt niet onder het energieverbruik van de nijverheid (exclusief de energiesector) gerekend.
-
Totaal
Deze categorie is een samentelling van categorieën: - IJzer- en staalindustrie - Chemie en farmaceutische industrie - Non-ferrometalenindustrie - Bouwmaterialenindustrie - Transportmiddelenindustrie - Metaalproducten en machine-industrie - Delfstoffenwinning (geen olie en gas) - Voedings- en genotmiddelenindustrie - Papier- en grafische industrie - Houtindustrie - Bouwnijverheid - Textiel-, kleding- en lederindustrie - Onbekend
-
-
Vervoer
Alle vervoer van personen en goederen over rail, weg, water en door de lucht. Vervoer op het eigen bedrijfsterrein, visserij, landbouwwerktuigen en mobiele werktuigen vallen niet onder het vervoer.
-
Totaal
Deze categorie is een samentelling van categorieën: - Binnenlandse luchtvaart - Wegverkeer - Railverkeer - Pijpleidingen - Binnenlandse scheepvaart - Onbekend
-
-
Overige afnemers
De dienstensector, huishoudens, landbouw, visserij en niet-gespecificeerde verbruikers. Vervoer buiten het eigen bedrijfsterrein valt hier niet onder.
-
Totaal
Deze categorie is een samentelling van categorieën: - Diensten, afval, water en reparatie - Woningen - Landbouw - Visserij - Onbekend
-
-
-
Niet-energetisch gebruik
Het gebruiken van een energiedrager voor het maken van een product dat geen energiedrager is. Hierbij blijft de voor het productieproces gebruikte energie in het product aanwezig. Voorbeelden zijn het gebruik van olie als grondstof voor plastic of aardgas voor kunstmest.
-
Totaal
Deze categorie is een samentelling van categorieën: - Nijverheid (exclusief de energiesector) - Vervoer - Overige afnemers
-
-
-
-
Energiedragers
-
Totaal energiedragers
Dit is een samentelling van de categorieën: - Totaal kool en koolproducten - Totaal aardoliegrondstoffen en -producten, fossiel deel - Aardgas - Hernieuwbare energie - Elektriciteit - Warmte - Totaal overige energiedragers
-
Totaal kool en koolproducten
Dit is een samentelling van de categorieën: - Steenkool en bruinkool - Totaal koolproducten.
-
Aardoliegrond. - en producten, fossiel
Dit is een samentelling van alleen het fossiele deel van de categorieën:. Totaal aardoliegrondstoffen en Totaal aardolieproducten. Het gaat hierbij alleen om de fossiele delen
-
Aardgas
Gas van natuurlijke oorsprong dat vooral bestaat uit methaan. Het ontstaat bij hetzelfde proces dat tot de vorming van aardolie leidt. Voor vervoer over lange afstanden per schip wordt aardgas vloeibaar gemaakt.
-
Hernieuwbare energie
Energie opgewekt uit wind, waterkracht, zon, aarde en biomassa en komt uit bronnen die steeds opnieuw worden aangevuld. Fossiele energie en kernenergie vallen daarom niet onder hernieuwbare energie. Dit is een samentelling van de categorieën: - Waterkracht - Windenergie - Zonnewarmte - Zonnestroom - Aardwarmte - Omgevingsenergie - Biogeen huishoudelijk afval - Vaste en vloeibare biomassa - Biogas
-
Elektriciteit
Stroom van elektronen die wordt gebruikt om bijvoorbeeld lampen te laten branden of wasmachines te laten draaien. Elektronen zijn elementaire deeltjes in een atoom met een negatieve lading, die door een spanningsverschil gaan stromen.
-
Warmte
Energie in de vorm van stoom en/of warm water. Stoom is water van 100 graden Celsius of warmer. Warm water heeft een temperatuur van minder dan 100 graden Celsius. Voor 1990 betreft dit alleen de verkochte warmte. In een warmtekrachtinstallatie geproduceerde en zelf verbruikte warmte is gerapporteerd als finaal energieverbruik van de ingezette energiedrager (veelal aardgas)
-
Totaal overige energiedragers
Dit is een samentelling van de categorieën: - Kernenergie - Niet biogeen industrieel afval en overige gassen - Niet hernieuwbaar huishoudelijk afval - Warmte uit chemische reacties - Gasexpansie-energie Van 1960-1989 is het totaal overige energiedragers inclusief hernieuwbare energie en warmte.
-
-
Perioden
-
2023**
Nader voorlopige cijfers
-
Toon opties
Perioden
2023**
Onderwerp
EnergieaanbodTotaal aanbod (TPES)
Totaal aanbod (TPES)
EnergieaanbodWinning
Winning
EnergieaanbodInvoer
Invoer
EnergieaanbodUitvoer
Uitvoer
EnergieaanbodBunkering
Bunkering
EnergieaanbodVoorraadmutatie
Voorraadmutatie
Statistische verschillen
Totaal energieverbruik
EnergieomzettingSaldo inzet-productie energieTotaal saldo energieomzetting
Saldo inzet-productie energie
Totaal saldo energieomzetting
EnergieomzettingSaldo inzet-productie energieSaldo elektriciteit/WKK-omzetting
Saldo inzet-productie energie
Saldo elektriciteit/WKK-omzetting
EnergieomzettingSaldo inzet-productie energieSaldo andere omzetting
Saldo inzet-productie energie
Saldo andere omzetting
Eigen verbruikTotaal
Totaal
Verliezen bij distributie
Finaal verbruikTotaal finaal verbruik
Totaal finaal verbruik
Finaal verbruikFinaal energieverbruikTotaal
Finaal energieverbruik
Totaal
Finaal verbruikFinaal energieverbruikNijverheid (exclusief de energiesector)Totaal
Finaal energieverbruik
Nijverheid (exclusief de energiesector)
Totaal
Finaal verbruikFinaal energieverbruikVervoerTotaal
Finaal energieverbruik
Vervoer
Totaal
Finaal verbruikFinaal energieverbruikOverige afnemersTotaal
Finaal energieverbruik
Overige afnemers
Totaal
Finaal verbruikNiet-energetisch gebruikTotaal
Niet-energetisch gebruik
Totaal
Variabelen kunnen gesleept worden naar de kop, rijen of kolommen van de tabel. In de kop is maar één item van een variabele te selecteren.
| ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||||||
| Totaal energiedragers | Totaal kool en koolproducten | Aardoliegrond. - en producten, fossiel | Aardgas | Hernieuwbare energie | Elektriciteit | Warmte | Totaal overige energiedragers | ||
Energieaanbod Totaal aanbod (TPES) | PJ | 2 612,3 | 158,2 | 1 086,8 | 928,8 | 376,9 | -20,4 | 82,1 | ||
Winning | PJ | 883,0 | 43,0 | 354,7 | 407,1 | 78,2 | ||||
Invoer | PJ | 9 916,7 | 175,9 | 7 850,6 | 1 759,1 | 55,9 | 70,4 | 4,7 | ||
Uitvoer | PJ | 7 657,1 | 13,8 | 6 321,0 | 1 147,5 | 83,2 | 90,7 | 0,8 | ||
Bunkering | PJ | 590,6 | 565,5 | 8,6 | 16,4 | |||||
Voorraadmutatie | PJ | 60,3 | -3,9 | 79,6 | -28,9 | 13,5 | ||||
Statistische verschillen | PJ | -3,1 | -3,9 | 0,0 | 0,8 | |||||
Totaal energieverbruik | PJ | 2 615,5 | 158,2 | 1 086,8 | 932,7 | 376,8 | -21,1 | 82,1 | ||
Energieomzetting Saldo inzet-productie energie Totaal saldo energieomzetting | PJ | 375,2 | 130,2 | 86,6 | 389,1 | 290,8 | -436,4 | -166,4 | 81,2 | |
Saldo elektriciteit/WKK-omzetting | PJ | 264,4 | 90,9 | 20,2 | 378,9 | 276,6 | -436,4 | -138,3 | 72,5 | |
Saldo andere omzetting | PJ | 110,7 | 39,3 | 66,3 | 10,2 | 14,2 | -28,1 | 8,8 | ||
Eigen verbruik Totaal | PJ | 182,4 | 12,7 | 102,5 | 21,8 | 30,9 | 14,5 | |||
Verliezen bij distributie | PJ | 25,8 | . | 18,1 | 7,6 | |||||
Finaal verbruik Totaal finaal verbruik | PJ | 2 032,1 | 15,3 | 897,7 | 521,7 | 86,0 | 366,2 | 144,2 | 0,9 | |
Finaal energieverbruik Totaal | PJ | 1 584,0 | 14,0 | 517,9 | 454,7 | 86,0 | 366,2 | 144,2 | 0,9 | |
Nijverheid (exclusief de energiesector) Totaal | PJ | 479,7 | 13,7 | 122,1 | 142,2 | 5,5 | 115,2 | 80,3 | 0,8 | |
Vervoer Totaal | PJ | 397,8 | 358,2 | 2,7 | 22,9 | 14,0 | ||||
Overige afnemers Totaal | PJ | 706,5 | 0,3 | 37,6 | 309,9 | 57,6 | 237,1 | 64,0 | 0,0 | |
Niet-energetisch gebruik Totaal | PJ | 448,2 | 1,3 | 379,9 | 67,0 |
Bron: CBS