Inkomen van huishoudens; inkomensklassen, huishoudenskenmerken
Gewijzigd op: 1 november 2024
- Lijngrafiek
- Verticale staaf
- Horizontale staaf
- Let op: selectie wordt aangepast
Grafische presentatie
Delen
Gekopieerd naar klembord
- Tabeltoelichting
- Onderwerpen/classificaties
Tabelinformatie
Inkomen van huishoudens; inkomensklassen, huishoudenskenmerken
INHOUDSOPGAVE 1. Toelichting 2. Definities en verklaring van symbolen 3. Koppelingen naar relevante tabellen en artikelen 4. Bronnen en methoden 5. Meer informatie 1. TOELICHTING Deze tabel bevat cijfers over het inkomen van particuliere huishoudens. De gegevens kunnen worden uitgesplitst naar inkomensbegrip (primair inkomen, bruto inkomen, besteedbaar inkomen, gestandaardiseerd inkomen), inkomensklassen en diverse achtergrondkenmerken van het huishouden. Gegevens beschikbaar vanaf: 2011. Status van de cijfers: De cijfers voor 2011 t/m 2022 zijn definitief. De cijfers voor 2023 zijn voorlopig. Wijzigingen per november 2024: Cijfers over 2022 zijn definitief en voorlopige cijfers over 2023 zijn toegevoegd. Wanneer komen er nieuwe cijfers? Definitieve cijfers over 2023 en voorlopige cijfers over 2024 komen in het najaar van 2025 beschikbaar. 2. DEFINITIES EN VERKLARING VAN SYMBOLEN Definities: Particulier huishouden: Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf niet-bedrijfsmatig voorzien van de dagelijkse behoeften. Primair inkomen Het primair inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming en inkomen uit vermogen. Bruto inkomen Het bruto inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, inkomen uit vermogen, uitkering inkomensverzekeringen, uitkering sociale voorzieningen, ontvangen gebonden overdrachten en ontvangen inkomensoverdrachten. Besteedbaar inkomen Het besteedbaar inkomen bestaat uit het bruto inkomen verminderd met betaalde inkomensoverdrachten, premies inkomensverzekeringen, premies ziektekostenverzekeringen en belastingen op inkomen en vermogen. Gestandaardiseerd inkomen Het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze is het welvaartsniveau van verschillende typen huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Het gestandaardiseerd inkomen is een maat voor de welvaart van (de leden van) een huishouden. Verklaring van symbolen: niets (blanco) : het cijfer kan op logische gronden niet voorkomen . : het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim * : voorlopige cijfers ** : nader voorlopige cijfers De cijfers zijn afgerond. Hierdoor kan het voorkomen, dat de som van de detailgegevens afwijkt van het totaal. 3. KOPPELINGEN NAAR RELEVANTE TABELLEN EN ARTIKELEN Relevante tabellen: Inkomen personen; inkomensklassen Voor de periode 1990-2000 en 2000-2014 zijn soortgelijke gegevens beschikbaar. Wegens verschillen in de wijze van samenstelling zijn deze niet geheel vergelijkbaar met uitkomsten van latere jaren: Inkomensklassen; huishoudens (1990-2000). Inkomensklassen; huishoudens (2000-2014). Inkomensgroepen; huishoudens (1990-2000). Inkomensgroepen; huishoudens (2000-2014). Relevante artikelen: Materiële welvaart in Nederland Meer informatie is te vinden op de themapagina Inkomen en bestedingen. 4. BRONNEN EN METHODEN De onderzoeksmethode van deze tabel is te vinden in de onderzoeksbeschrijving Integraal inkomens- en vermogensonderzoek. 5. MEER INFORMATIE Infoservice Copyright (c) Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen Verveelvoudiging is toegestaan, mits CBS als bron wordt vermeld.
-
Onderwerpen
-
Particuliere huishoudens
Aantal particuliere huishoudens met inkomen per 1 januari van het verslagjaar. Een particulier huishouden bestaat uit één of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf niet-bedrijfsmatig voorzien van de dagelijkse behoeften.
-
Personen per huishouden
Gemiddeld aantal personen per particulier huishouden.
-
Personen met inkomen per huishouden
Gemiddeld aantal personen met inkomen per particulier huishouden.
-
Gemiddeld inkomen
Gemiddeld inkomen van particuliere huishoudens.
-
Mediaan inkomen
Mediaan inkomen van particuliere huishoudens. De mediaan is het middelste getal wanneer alle getallen van laag naar hoog worden gesorteerd.
-
-
Inkomensbegrippen
-
Besteedbaar inkomen
Het besteedbaar inkomen bestaat uit het bruto inkomen verminderd met betaalde inkomensoverdrachten, premies inkomensverzekeringen, premies ziektekostenverzekeringen en belastingen op inkomen en vermogen.
-
Gestandaardiseerd inkomen
Het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze is het welvaartsniveau van verschillende typen huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Het gestandaardiseerd inkomen is een maat voor de welvaart van (de leden van) een huishouden.
-
-
Inkomensklassen
-
Totaal
-
Inkomen: minder dan 10 000 euro
-
Inkomen: 10 000 tot 20 000 euro
-
Inkomen: 20 000 tot 30 000 euro
-
Inkomen: 30 000 tot 40 000 euro
-
Inkomen: 40 000 tot 50 000 euro
-
Inkomen: 50 000 tot 100 000 euro
-
Inkomen: 100 000 tot 200 000 euro
-
Inkomen: 200 000 euro of meer
-
Inkomen: 1e 10%-groep (laag inkomen)
De huishoudens zijn naar hoogte van hun inkomen in tien groepen (decielen) met een gelijk aantal huishoudens verdeeld. De inkomensgrenzen tussen deze tien 10%-groepen verschillen van jaar tot jaar en zijn afhankelijk van het gehanteerde inkomensbegrip.
-
Inkomen: 2e 10%-groep
De huishoudens zijn naar hoogte van hun inkomen in tien groepen (decielen) met een gelijk aantal huishoudens verdeeld. De inkomensgrenzen tussen deze tien 10%-groepen verschillen van jaar tot jaar en zijn afhankelijk van het gehanteerde inkomensbegrip.
-
Inkomen: 3e 10%-groep
De huishoudens zijn naar hoogte van hun inkomen in tien groepen (decielen) met een gelijk aantal huishoudens verdeeld. De inkomensgrenzen tussen deze tien 10%-groepen verschillen van jaar tot jaar en zijn afhankelijk van het gehanteerde inkomensbegrip.
-
Inkomen: 4e 10%-groep
De huishoudens zijn naar hoogte van hun inkomen in tien groepen (decielen) met een gelijk aantal huishoudens verdeeld. De inkomensgrenzen tussen deze tien 10%-groepen verschillen van jaar tot jaar en zijn afhankelijk van het gehanteerde inkomensbegrip.
-
Inkomen: 5e 10%-groep
De huishoudens zijn naar hoogte van hun inkomen in tien groepen (decielen) met een gelijk aantal huishoudens verdeeld. De inkomensgrenzen tussen deze tien 10%-groepen verschillen van jaar tot jaar en zijn afhankelijk van het gehanteerde inkomensbegrip.
-
Inkomen: 6e 10%-groep
De huishoudens zijn naar hoogte van hun inkomen in tien groepen (decielen) met een gelijk aantal huishoudens verdeeld. De inkomensgrenzen tussen deze tien 10%-groepen verschillen van jaar tot jaar en zijn afhankelijk van het gehanteerde inkomensbegrip.
-
Inkomen: 7e 10%-groep
De huishoudens zijn naar hoogte van hun inkomen in tien groepen (decielen) met een gelijk aantal huishoudens verdeeld. De inkomensgrenzen tussen deze tien 10%-groepen verschillen van jaar tot jaar en zijn afhankelijk van het gehanteerde inkomensbegrip.
-
Inkomen: 8e 10%-groep
De huishoudens zijn naar hoogte van hun inkomen in tien groepen (decielen) met een gelijk aantal huishoudens verdeeld. De inkomensgrenzen tussen deze tien 10%-groepen verschillen van jaar tot jaar en zijn afhankelijk van het gehanteerde inkomensbegrip.
-
Inkomen: 9e 10%-groep
De huishoudens zijn naar hoogte van hun inkomen in tien groepen (decielen) met een gelijk aantal huishoudens verdeeld. De inkomensgrenzen tussen deze tien 10%-groepen verschillen van jaar tot jaar en zijn afhankelijk van het gehanteerde inkomensbegrip.
-
Inkomen: 10e 10%-groep (hoog inkomen)
De huishoudens zijn naar hoogte van hun inkomen in tien groepen (decielen) met een gelijk aantal huishoudens verdeeld. De inkomensgrenzen tussen deze tien 10%-groepen verschillen van jaar tot jaar en zijn afhankelijk van het gehanteerde inkomensbegrip.
-
-
Kenmerken van huishoudens
-
Particuliere huishoudens
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
-
-
Perioden
-
2023*
Voorlopige cijfers
-
Toon opties
Kenmerken van huishoudens
Particuliere huishoudens
Perioden
2023*
Onderwerp
Particuliere huishoudens
Inkomensklassen
Totaal
Inkomen: minder dan 10 000 euro
Inkomen: 10 000 tot 20 000 euro
Inkomen: 20 000 tot 30 000 euro
Inkomen: 30 000 tot 40 000 euro
Inkomen: 40 000 tot 50 000 euro
Inkomen: 50 000 tot 100 000 euro
Inkomen: 100 000 tot 200 000 euro
Inkomen: 200 000 euro of meer
Inkomen: 1e 10%-groep (laag inkomen)
Inkomen: 2e 10%-groep
Inkomen: 3e 10%-groep
Inkomen: 4e 10%-groep
Inkomen: 5e 10%-groep
Inkomen: 6e 10%-groep
Inkomen: 7e 10%-groep
Inkomen: 8e 10%-groep
Inkomen: 9e 10%-groep
Inkomen: 10e 10%-groep (hoog inkomen)
Variabelen kunnen gesleept worden naar de kop, rijen of kolommen van de tabel. In de kop is maar één item van een variabele te selecteren.
| |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| |||||||||||
| Besteedbaar inkomen | Gestandaardiseerd inkomen | |||||||||
Particuliere huishoudens | Personen per huishouden | Personen met inkomen per huishouden | Gemiddeld inkomen | Mediaan inkomen | Particuliere huishoudens | Personen per huishouden | Personen met inkomen per huishouden | Gemiddeld inkomen | Mediaan inkomen | ||
x 1 000 | aantal | 1 000 euro | x 1 000 | aantal | 1 000 euro | ||||||
Totaal | 8 156,9 | 2,1 | 1,8 | 55,0 | 44,6 | 8 156,9 | 2,1 | 1,8 | 38,3 | 34,0 | |
Inkomen: minder dan 10 000 euro | 254,0 | 1,2 | 1,0 | 3,1 | 4,8 | 268,6 | 1,3 | 1,0 | 3,7 | 4,9 | |
Inkomen: 10 000 tot 20 000 euro | 509,6 | 1,1 | 1,0 | 16,8 | 17,9 | 757,2 | 1,8 | 1,3 | 17,0 | 17,9 | |
Inkomen: 20 000 tot 30 000 euro | 1 450,2 | 1,2 | 1,1 | 25,2 | 25,2 | 2 208,8 | 1,8 | 1,5 | 25,1 | 25,0 | |
Inkomen: 30 000 tot 40 000 euro | 1 366,1 | 1,6 | 1,4 | 34,8 | 34,6 | 2 017,7 | 2,2 | 1,8 | 34,9 | 34,8 | |
Inkomen: 40 000 tot 50 000 euro | 994,6 | 2,0 | 1,6 | 44,7 | 44,6 | 1 442,9 | 2,5 | 2,1 | 44,5 | 44,3 | |
Inkomen: 50 000 tot 100 000 euro | 2 888,5 | 2,8 | 2,2 | 70,2 | 68,4 | 1 350,4 | 2,6 | 2,3 | 62,0 | 58,6 | |
Inkomen: 100 000 tot 200 000 euro | 629,5 | 3,6 | 2,9 | 124,8 | 117,7 | 87,4 | 2,6 | 2,1 | 128,0 | 120,1 | |
Inkomen: 200 000 euro of meer | 64,5 | 3,3 | 2,6 | 463,0 | 269,8 | 23,8 | 2,5 | 2,0 | 558,7 | 313,0 | |
Inkomen: 1e 10%-groep (laag inkomen) | 815,7 | 1,2 | 1,0 | 12,8 | 15,7 | 815,7 | 1,7 | 1,2 | 12,0 | 14,5 | |
Inkomen: 2e 10%-groep | 815,7 | 1,1 | 1,1 | 23,5 | 23,6 | 815,7 | 1,7 | 1,3 | 21,0 | 21,0 | |
Inkomen: 3e 10%-groep | 815,7 | 1,4 | 1,2 | 28,8 | 28,8 | 815,7 | 1,7 | 1,4 | 24,7 | 24,7 | |
Inkomen: 4e 10%-groep | 815,7 | 1,6 | 1,4 | 34,4 | 34,3 | 815,7 | 1,9 | 1,5 | 28,2 | 28,2 | |
Inkomen: 5e 10%-groep | 815,7 | 1,8 | 1,5 | 40,8 | 40,8 | 815,7 | 2,1 | 1,7 | 32,1 | 32,1 | |
Inkomen: 6e 10%-groep | 815,7 | 2,1 | 1,8 | 49,0 | 49,0 | 815,7 | 2,3 | 1,8 | 36,1 | 36,0 | |
Inkomen: 7e 10%-groep | 815,7 | 2,5 | 2,0 | 58,8 | 58,8 | 815,7 | 2,4 | 1,9 | 40,3 | 40,3 | |
Inkomen: 8e 10%-groep | 815,7 | 2,8 | 2,2 | 69,9 | 69,8 | 815,7 | 2,5 | 2,1 | 45,4 | 45,3 | |
Inkomen: 9e 10%-groep | 815,7 | 3,2 | 2,5 | 84,8 | 84,3 | 815,7 | 2,6 | 2,2 | 52,7 | 52,4 | |
Inkomen: 10e 10%-groep (hoog inkomen) | 815,7 | 3,5 | 2,9 | 147,5 | 115,5 | 815,7 | 2,6 | 2,3 | 90,2 | 68,8 |
Bron: CBS