Overheid; ontvangen belastingen en wettelijke premies
Gewijzigd op: 23 september 2024
- Lijngrafiek
- Verticale staaf
- Horizontale staaf
- Let op: selectie wordt aangepast
Grafische presentatie
Delen
Gekopieerd naar klembord
- Tabeltoelichting
- Onderwerpen/classificaties
Tabelinformatie
Overheid; ontvangen belastingen en wettelijke premies
INHOUDSOPGAVE 1. Toelichting 2. Definities en verklaring van symbolen 3. Koppelingen naar relevante tabellen en artikelen 4. Bronnen en methoden 5. Meer informatie 1. TOELICHTING Deze tabel bevat gegevens over de belastingopbrengsten en de ontvangsten van wettelijke sociale premies van de overheid. De gegevens zijn uitgesplitst naar soort belasting of wettelijke sociale premie. Onder overheid wordt hier verstaan de sector overheid volgens de definitie die in het Europees Systeem van Rekeningen (ESR 2010) wordt gebruikt. De gepresenteerde gegevens en gebruikte begrippen sluiten aan bij de publicaties over de Nationale rekeningen. De Nationale rekeningen zijn gebaseerd op de internationale definities van het Europees Systeem van Rekeningen (ESR 2010). Gegevens beschikbaar vanaf: Jaarcijfers vanaf 1995, kwartaalcijfers vanaf 2008 voor de belastingen en 1999 voor de wettelijke sociale premies. Status van de cijfers: De cijfers in deze tabel hebben voor de periode 1995-2021 de status definitief. De kwartalen van 2022 hebben de status voorlopig. De jaarcijfers van 2022 hebben de status definitief. De cijfers van 2023 en 2024 hebben de status voorlopig. Wijzigingen per 23 september 2024: Cijfers over het tweede kwartaal van 2024 zijn beschikbaar. Daarnaast zijn cijfers over 2022 aangepast als gevolg van geactualiseerde informatie over de Solidariteitsbijdrage. Wanneer komen er nieuwe cijfers? De eerste cijfers van het meest recente kwartaal worden drie maanden na afloop van een kwartaal gepubliceerd. Vervolgens kunnen in september het eerste kwartaal, in december het tweede kwartaal en in maart de eerste drie kwartalen worden bijgesteld. De eerste jaarcijfers worden drie maanden na afloop van het verslagjaar gepubliceerd. Vervolgens worden de jaarcijfers twee maal bijgesteld: zes en achttien maanden na afloop van het verslagjaar. Hiernaast kunnen er tussentijdse actualisaties plaatsvinden om eind maart en eind september de meest actuele gegevens over de overheid aan de Europese Commissie te verstrekken. De gegevens over de kwartalen worden aangesloten op de bijgestelde jaarcijfers. De bijgestelde jaar- en kwartaalcijfers worden elk jaar eind juni gepubliceerd. Informatie over het revisiebeleid van Nationale rekeningen is te vinden onder paragraaf 3 'relevante artikelen'. 2. DEFINITIES EN VERKLARING VAN SYMBOLEN Definitie: Sector overheid De overheid bestaat ten eerste uit eenheden die uitvoerende, wetgevende en rechterlijke bevoegdheden op nationaal of regionaal niveau hebben. Zij hebben daarmee de bevoegdheid belastingen en andere verplichte heffingen op te leggen en wetten vast te stellen die het gedrag van economische eenheden beïnvloeden. Het gaat hierbij in Nederland om het Rijk, gemeenten, provincies, waterschappen en dergelijke. Daarnaast worden die instellingen tot de overheid gerekend die gecontroleerd worden door de eerder genoemde eenheden, én daarbij niet voor de markt produceren. De sector overheid bestaat uit drie subsectoren: centrale overheid, lokale overheid en socialezekerheidsfondsen. Voor een uitgebreide uitleg over de definitie van de sector overheid zie paragraaf 4. Bronnen en methoden. Verklaring van symbolen: niets (blanco) : het cijfer kan op logische gronden niet voorkomen . : het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim * : voorlopige cijfers ** : nader voorlopige cijfers 3. KOPPELINGEN NAAR RELEVANTE TABELLEN EN ARTIKELEN Relevante tabellen: Kerncijfers over de overheidsfinanciën op kwartaalbasis zijn te vinden in de tabel Overheidsfinanciën; kerncijfers. Het CBS publiceert ook over macro-economische statistieken en gegevens volgens de eigen administratie van de overheid. Relevante artikelen: De bijstellingen van de revisie van de nationale rekeningen voor het verslagjaar 2021 zijn beschreven in de Revisiepublicatie nationale rekeningen. Informatie over het revisiebeleid en de publicatiestrategie van de overheidsrekeningen en Nationale rekeningen. Meer informatie is te vinden op de themapagina Overheid en politiek. 4. BRONNEN EN METHODEN De onderzoeksmethode van deze tabel is te vinden in de onderzoeksbeschrijving Overheidsfinanciën, macro-economisch. Voor een uitgebreide uitleg over de definitie van de sector overheid zie Lijst instellingen sector overheid. 5. MEER INFORMATIE Infoservice Copyright © Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen. Verveelvoudiging is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld.
-
Onderwerpen
-
Ontvangen belastingen en wett. premies
Door de sector overheid ontvangen belastingen en wettelijke premies. Belastingen: verplichte betalingen opgelegd door de overheid waar geen individuele tegenprestatie voor de betaler tegenover staat. Belastingen kunnen worden onderscheiden naar belastingen op productie en invoer, belastingen op inkomen, vermogen, enz. en vermogensheffingen. Wettelijke premies: dit zijn de premies wettelijke sociale verzekeringen en komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen en niet-werkenden.
-
-
Belastingen en wettelijke premies
-
Totaal belastingen en wettelijke premies
Belastingen: verplichte betalingen opgelegd door de overheid waar geen individuele tegenprestatie voor de betaler tegenover staat. Belastingen kunnen worden onderscheiden naar belastingen op productie en invoer, belastingen op inkomen, vermogen, enz. en vermogensheffingen. Wettelijke premies: dit zijn de premies wettelijke sociale verzekeringen en komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen en niet-werkenden.
-
Totaal belastingen
Verplichte betalingen opgelegd door de overheid) waar geen individuele tegenprestatie voor de betaler tegenover staat. Belastingen kunnen worden onderscheiden naar belastingen op productie en invoer, belastingen op inkomen, vermogen, enz. en vermogensheffingen.
-
Belasting over toegevoegde waarde (BTW)
Belasting op verkoop van goederen en diensten, die in verschillende stappen via ondernemingen wordt geïnd en uiteindelijk volledig ten laste komt van consumenten en niet btw-plichtige ondernemingen en instellingen. Btw-plichtige ondernemingen dragen alleen het verschil af tussen de in rekening gebrachte btw op hun verkopen en de betaalde btw op hun aankopen.
-
Inkomstenbelasting
Belasting die verschuldigd is over het belastbaar inkomen uit werk en woning, aanmerkelijk belang, en sparen en beleggen. De inkomstenbelasting is een naheffing op de loonbelasting.
-
Loonbelasting
Belasting die door de werkgever wordt ingehouden op het loon van de werknemer, als onderdeel van de loonheffing. De loonbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting.
-
Vennootschapsbelasting
Belasting die wordt geheven over de winst van ondernemingen.
-
Totaal Accijns
De verzameling van accijnzen op alcohol, benzine, bier, overige minerale oliën, tabak, tussenproducten, wijn en andere mousserende dranken.
-
Totaal wettelijke premies
Dit zijn de premies wettelijke sociale verzekeringen en komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen en niet-werkenden.
-
Arbeidsongeschiktheidsfonds
Het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) financiert de WAO-uitkering na vijf jaar van arbeidsongeschiktheid. Bovendien financiert het Aof vanaf 1 januari 2004 de WAZ-uitkering, vanaf 1 januari 2006 de WIA-uitkering en vanaf 1 januari 2008 de WAZO. Met ingang van 2007 financiert het Aof slechts een deel van de WIA-uitkeringen, namelijk alle IVA-uitkeringen en WGA-uitkeringen die al minimaal 10 jaar worden uitgekeerd. Het Arbeidsongeschiktheidsfonds is in 1967 ingevoerd. De Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) voorziet in een loonvervangende uitkering voor werknemers die vóór 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden en na 1 jaar nog geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt waren. De WAO is met ingang van 29 december 2005 vervangen door de WIA. De WIA geldt voor mensen die op of na 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden. De WAO blijft bestaan voor mensen die al een WAO-uitkering hadden. De Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) bestaat uit twee regelingen: de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA), die een loonvervangende uitkering verzorgt voor werknemers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, en de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA), die een aanvulling op het met arbeid verdiende inkomen verzorgt, of een minimumuitkering als men niet of niet voldoende werkt. De Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen (WAZ) was tot 1 augustus 2004 een verplichte verzekering voor zelfstandigen tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid. De Wet Arbeid en Zorg (WAZO) bundelt een aantal wettelijke verlofvormen zoals het zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en ouderschapsverlof.
-
Algemeen Ouderdomsfonds
Het Algemeen Ouderdomsfonds (AOf) financiert de AOW-uitkeringen. De Algemene Ouderdomswet (AOW) heeft als doel om ouderen te verzekeren tegen de financiële gevolgen van ouderdom. Tot en met 2012 lag de AOW-leeftijd op 65 jaar. Sinds 1 januari 2013 wordt de AOW-leeftijd stapsgewijs verhoogd. Tegelijkertijd met de introductie van de Algemene Ouderdomswet (AOW) op 1 januari 1957 is ook het Algemeen Ouderdomsfonds (AOf ) ingevoerd.
-
Algemeen Werkloosheidsfonds
Het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) financiert de WW-uitkering voor ex-werknemers in de marktsector. Het betreft uitkeringen die langer dan zes maanden lopen. Daarnaast betaalt het fonds de ZW-uitkeringen aan een aantal vangnetgroepen: zwangere vrouwen, zieke werklozen, vrijwillig verzekerden en herintredende arbeidsongeschikten. Ook de WAZO-uitkeringen aan zwangere vrouwen komen voor rekening van het AWf. Het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) is op 1 juli 1952 ingevoerd. De Werkloosheidswet (WW) heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De Ziektewet (ZW-vangnet) geeft werknemers recht op een uitkering, indien zij door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling niet in staat zijn te werken en geen werkgever meer hebben die hun loon doorbetaalt. De Wet Arbeid en Zorg (WAZO) bundelt een aantal wettelijke verlofvormen, zoals het zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en ouderschapsverlof.
-
Fonds Langdurige Zorg
Het Fonds Langdurige Zorg (FLZ) financiert de uitkeringen in natura op grond van de WLZ. De Wet Langdurige Zorg (WLZ). De Wet Langdurige Zorg is er voor mensen die de hele dag intensieve zorg of toezicht dichtbij nodig hebben. Bijvoorbeeld ouderen met vergevorderde dementie of mensen met een ernstige verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking. Tegelijkertijd met de introductie van de Wet Langdurige Zorg (WLZ) per 1 januari 2015 is ook het Fonds Langdurige Zorg (FLZ) ingevoerd. De Wet Langdurige Zorg vervangt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.
-
Zorgverzekeringsfonds
Uit het Zorgverzekeringsfonds (Zvf) worden de bijdragen voor de risicoverevening aan de zorgverzekeraars betaald. Let op: binnen de Nationale Rekeningen worden de door zorgverzekeraars verstrekte uitkeringen (exclusief no-claim uitkeringen) beschouwd als zijnde verstrekt vanuit het Zvf. In termen van wettelijke sociale verzekeringen gaat het hierbij alleen om de verplichte basiszorgverzekering, en niet om de aanvullende verzekering. Tegelijkertijd met de introductie van de Zorgverzekeringswet (ZVW) op 1 januari 2006 is ook het Zorgverzekeringfonds (Zvf) ingevoerd.
-
-
Perioden
-
2000
-
2005
-
2010
-
2015
-
2020
-
2022
-
2023 3e kwartaal*
Voorlopige cijfers
-
2023 4e kwartaal*
Voorlopige cijfers
-
2023*
Voorlopige cijfers
-
2024 1e kwartaal*
Voorlopige cijfers
-
2024 2e kwartaal*
Voorlopige cijfers
-
Toon opties
Onderwerp
Ontvangen belastingen en wett. premies
Belastingen en wettelijke premies
Totaal belastingen en wettelijke premies
Totaal belastingen
Belasting over toegevoegde waarde (BTW)
Inkomstenbelasting
Loonbelasting
Vennootschapsbelasting
Totaal Accijns
Totaal wettelijke premies
Arbeidsongeschiktheidsfonds
Algemeen Ouderdomsfonds
Algemeen Werkloosheidsfonds
Fonds Langdurige Zorg
Zorgverzekeringsfonds
Horizontale as
Jaren
-
periode
- Jaren
- Kwartalen
Variabelen kunnen gesleept worden naar de kop, rijen of kolommen van de tabel. In de kop is maar één item van een variabele te selecteren.
| ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||||||||
| 2000 | 2005 | 2010 | 2015 | 2020 | 2022 | 2023 3e kwartaal* | 2023 4e kwartaal* | 2023* | 2024 1e kwartaal* | 2024 2e kwartaal* | |
mln euro | ||||||||||||
Totaal belastingen en wettelijke premies | 166 821 | 195 136 | 230 100 | 257 687 | 320 921 | 374 292 | 94 451 | 106 372 | 407 427 | 103 677 | 115 883 | |
Totaal belastingen | 100 445 | 123 414 | 142 226 | 162 208 | 206 608 | 249 829 | 66 214 | 72 594 | 278 225 | 73 674 | 76 539 | |
Belasting over toegevoegde waarde (BTW) | 28 387 | 36 950 | 41 840 | 44 725 | 58 971 | 70 458 | 18 469 | 18 888 | 75 920 | 19 298 | 20 503 | |
Inkomstenbelasting | -880 | 3 | 815 | 1 245 | 5 595 | 5 611 | 6 795 | 4 000 | 12 724 | 8 922 | -1 081 | |
Loonbelasting | 24 433 | 28 451 | 44 702 | 53 450 | 61 996 | 69 284 | 16 295 | 20 434 | 75 267 | 18 214 | 23 739 | |
Vennootschapsbelasting | 16 736 | 17 069 | 12 782 | 16 108 | 21 677 | 38 275 | 10 398 | 7 943 | 47 514 | 10 707 | 16 831 | |
Totaal Accijns | 7 713 | 9 327 | 11 120 | 11 207 | 11 383 | 10 870 | 2 908 | 2 837 | 11 549 | 2 935 | 3 243 | |
Totaal wettelijke premies | 66 376 | 71 722 | 87 874 | 95 479 | 114 313 | 124 463 | 28 237 | 33 778 | 129 202 | 30 003 | 39 344 | |
Arbeidsongeschiktheidsfonds | 9 463 | 9 734 | 11 579 | 11 529 | 17 365 | 19 458 | 5 076 | 5 755 | 21 736 | 5 608 | 6 881 | |
Algemeen Ouderdomsfonds | 20 569 | 19 635 | 19 814 | 22 704 | 24 417 | 26 231 | 4 194 | 6 481 | 24 240 | 4 645 | 8 061 | |
Algemeen Werkloosheidsfonds | 5 397 | 5 410 | 2 996 | 3 683 | 8 470 | 8 897 | 2 225 | 2 529 | 9 503 | 2 236 | 2 807 | |
Fonds Langdurige Zorg | 0 | 0 | 0 | 15 239 | 15 635 | 16 694 | 2 805 | 4 241 | 15 967 | 2 932 | 5 316 | |
Zorgverzekeringsfonds | 0 | 0 | 31 760 | 35 788 | 44 379 | 48 572 | 12 831 | 13 495 | 52 979 | 13 528 | 14 944 |
Bron: CBS