Emissies broeikasgassen (IPCC); klimaatsector, kwartaal
Gewijzigd op: 11 december 2024
- Lijngrafiek
- Verticale staaf
- Horizontale staaf
- Let op: selectie wordt aangepast
Grafische presentatie
Delen
Gekopieerd naar klembord
- Tabeltoelichting
- Onderwerpen/classificaties
Tabelinformatie
Emissies broeikasgassen (IPCC); klimaatsector, kwartaal
INHOUDSOPGAVE 1. Toelichting 2. Definities en verklaring van symbolen 3. Koppelingen naar relevante tabellen en artikelen 4. Bronnen en methoden 5. Meer informatie 1. TOELICHTING Deze tabel bevat kwartaal- en jaarcijfers over de Nederlandse emissies van koolstofdioxide (CO2) en de overige broeikasgassen (lachgas (N2O), methaan (CH4) en fluorhoudende gassen). Het gaat hier om emissiecijfers uitgesplitst naar zes klimaatsectoren (Industrie, Elektriciteit, Mobiliteit, Gebouwde omgeving, Landbouw en Landgebruik), zoals gebruikt binnen het Nederlandse Klimaatakkoord, en conform de internationaal vastgestelde IPCC-voorschriften. Het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) is een organisatie van de Verenigde Naties die rapporten opstelt over de wetenschappelijke kennis rondom klimaatverandering. Gegevens beschikbaar vanaf: 1e Kwartaal 2019 Status van de cijfers: De cijfers horend bij de vier kwartalen van 2023 hebben een voorlopige status, net als het jaarcijfer van 2023. Ook de eerste drie kwartalen van 2024 hebben een voorlopige status. De vier kwartalen van 2019, 2020, 2021 en 2022 en de jaarcijfers hiervan hebben een definitieve status. Om een samenhangende en consistente tijdreeks te verkrijgen worden alle emissiecijfers jaarlijks opnieuw berekend (ook die met een definitieve status, conform IPCC voorschriften), zodat de laatste inzichten, met name ten aanzien van de emissiefactoren, in de herberekening kunnen worden meegenomen. De jaarlijkse herberekening gebeurt op het moment dat het 4e kwartaal van het recentste verslagjaar gepubliceerd wordt (midden maart). Wijzigingen per 11 december 2024: De cijfers horend bij het derde kwartaal van 2024 zijn toegevoegd, met kleine aanpassingen in de eerdere kwartalen van 2023 en 2024. Wanneer komen er nieuwe cijfers? Nieuwe voorlopige kwartaalcijfers worden twee en een halve maand na afloop van het kwartaal gepubliceerd. 2. DEFINITIES EN VERKLARING VAN SYMBOLEN Definities: Met de eenheid 'kg CO2-equivalent' kunnen de kilo's van de verschillende broeikasgassen bij elkaar opgeteld worden. Eén kg CO2-equivalent staat gelijk aan de broeikasgaswerking van de uitstoot van één kg koolstofdioxide. De uitstoot van 1 kg lachgas staat gelijk aan 265 kg CO2-equivalent en de uitstoot van 1 kg methaan aan 28 kg CO2-equivalent. Het effect van F-gassen is flink groter. Bijvoorbeeld, 1 kg zwavelhexafluoride (SF6) staat gelijk aan 23,5 duizend kg CO2-equivalent. Klimaatsectoren: De indeling naar zes klimaatsectoren komt overeen met de 'klimaattafels', waaraan onderhandeld wordt over de per sector door te voeren maatregelen om de broeikasgasuitstoot in Nederland te verminderen. Het gaat om de klimaatsectoren Industrie, Elektriciteit, Mobiliteit, Gebouwde omgeving, Landbouw en Landgebruik. Verklaring van symbolen: niets (blanco) : het cijfer kan op logische gronden niet voorkomen . : het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim * : voorlopige cijfers ** : nader voorlopige cijfers 3. KOPPELINGEN NAAR RELEVANTE TABELLEN EN ARTIKELEN Relevante tabellen: - CBS: Emissies van broeikasgassen berekend volgens IPCC-voorschriften; Jaarcijfers - RIVM/Emissieregistratie: Emissies broeikasgassen vanaf 1990; IPCC; Jaarcijfers - CBS: Raming CO2-emissie naar lucht; Milieurekeningen; Kwartaalcijfers De jaarcijfers in de IPCC-tabel van het CBS gaan over de jaarlijkse emissies van koolstofdioxide (CO2), lachgas (N2O), methaan (CH4) en fluorhoudende gassen, vanaf verslagjaar 1990, en bevat meer detailinformatie dan de IPCC-tabel van RIVM/Emissieregistratie. De kwartaalcijfers in de tabel volgens de Milieurekeningen gaan over de emissies van koolstofdioxide (CO2), vanaf het 1e kwartaal van 2015, en volgens het rekenkader van de Nationale Rekeningen en niet die van de IPCC. Bij het IPCC-rekenkader gaat het om de hoeveelheid broeikasgasemissies die door menselijk toedoen binnen Nederland wordt uitgestoten. Bij Milieurekeningen gaat het om de emissies die worden veroorzaakt door de productie- en consumptie activiteiten binnen de Nederlandse economie. Zo tellen de Nederlandse lucht- en zeevaart en het verbranden van biomassa wel mee binnen Milieurekeningen, maar tellen deze economische activiteiten niet mee binnen het IPCC-rekenkader. Een ander verschil is, dat IPCC uitgaat van wat er binnen het Nederlands grondgebied plaatsvindt, terwijl de Milieurekeningen zich baseert op wat de Nederlandse ingezetenen doen. Relevante artikelen: - CBS: Dossier Broeikasgassen - PBL: Klimaat- en Energieverkenning - Dashboard Klimaatbeleid - Dashboard green deal indicatoren Meer informatie is te vinden op de themapagina Natuur en Milieu 4. BRONNEN EN METHODEN De ramingsmethode voor de IPCC-kwartaalcijfers is in 2020 ontwikkeld. Methodebeschrijving IPCC-kwartaalcijfers De onderzoekbeschrijvingen horend bij de IPCC-jaarcijfers zijn in de tabeltoelichting te vinden van de StatLinetabel waar deze cijfers in staan (zie eerste tabel in paragraaf 3). Methoderapporten voor de vaststelling van de jaarlijkse emissies door mobiele (en stationaire) bronnen staan op www.emissieregistratie.nl. Bij methodewijzigingen wordt, als gevolg van internationale verplichtingen, de complete tijdreeks (her)berekend. De door de Emissieregistratie vastgestelde methodewijzigingen zijn terug te vinden in een uitvoerige internationale rapportage die Nederland elk jaar dient aan te leveren: IPCC broeikasgassen. Deze rapportage omvat ook de oorspronkelijk aangeleverde cijfers, inclusief een duiding van de onzekerheidsmarges. 5. MEER INFORMATIE Infoservice Copyright © Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen Verveelvoudiging is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld.
-
Onderwerpen
-
Emissie broeikasgassen
-
-
Klimaatsector
-
Totaal klimaatsectoren
Binnen het op 28 juni 2019 gepresenteerde Klimaatakkoord worden zes sectoren onderscheiden: Industrie, Elektriciteit, Mobiliteit, Gebouwde omgeving, Landbouw en LULUCF. Deze sectorindeling komt overeen met de 'klimaattafels', waaraan onderhandeld wordt over de per sector door te voeren maatregelen om de broeikasgasuitstoot in Nederland te verminderen.
-
Industrie
Bij klimaatsector Industrie gaat het om de broeikasgasuitstoot door de (bouw)nijverheid (o.a. basismetaal- en chemische industrie) en de energiegerelateerde industrie (raffinaderijen, cokesfabrieken, olie- en gaswinning, waterbedrijven en afvalbeheer). De uitstoot horend bij de inzet van mobiele werktuigen telt hier niet mee.
-
Elektriciteit
Bij klimaatsector Elektriciteit gaat het om de broeikasgasuitstoot door energiebedrijven die elektriciteit produceren. De uitstoot horend bij het verbranden van biomassa telt hier niet mee, omdat het kort-cyclisch is (op langere termijn is de netto-uitstoot gelijk aan nul).
-
Mobiliteit
Bij klimaatsector Mobiliteit gaat het om de broeikasgasuitstoot door verkeer en vervoer (inclusief mobiele werktuigen). De uitstoot door internationaal lucht- en scheepvaart telt hier niet mee.
-
Landbouw
Bij klimaatsector Landbouw gaat het om de broeikasgasuitstoot als gevolg van landbouwactiviteiten, exclusief de inzet van mobiele werktuigen.
-
Gebouwde omgeving
Bij klimaatsector Gebouwde omgeving gaat het om de broeikasgasuitstoot door huishoudens en de dienstensector, exclusief de uitstoot die gerelateerd is aan verkeer en vervoer (deze zit in sector mobiliteit). Het omvat vooral de uitstoot horend bij het warm stoken met aardgas van woningen en de te verwarmen gebouwen van de dienstensector.
-
Landgebruik
Bij klimaatsector Landgebruik gaat het om de netto-broeikasgasuitstoot horend bij landgebruik, landgebruiksverandering en houtoogst. Het wordt ook vaak aangeduid met de afkorting LULUCF (Land Use, Land-Use Change and Forestry). Het gaat bijvoorbeeld om de CO2-uitstoot door veenoxidatie, minus de CO2-vastlegging door bossen, en inclusief de netto-uitstoot horend bij landgebruiksveranderingen (zoals het verlies van CO2-vastlegging door bebouwing in groene gebieden). Bij klimaatsector Landgebruik is het kwartaalcijfer simpelweg gelijk aan het jaarcijfer gedeeld door vier. Er zijn seizoensinvloeden, maar er is geen kwantitatieve onderbouwing beschikbaar om het effect ervan te tonen in de kwartaalcijfers.
-
-
Emissies
-
Totaal broeikasgassen
Naast koolstofdioxide (CO2) worden ook andere broeikasgassen meegeteld. Dit zijn lachgas (N2O, distikstofoxide), methaan (CH4) en fluorhoudende gassen (F-gassen). Om de hoeveelheden bij elkaar te kunnen optellen wordt gebruik gemaakt van de eenheid ‘kg CO2-equivalent’.
-
Koolstofdioxide (CO2)
Eén megaton CO2-equivalent staat gelijk aan de broeikasgaswerking van de uitstoot van één megaton koolstofdioxide (= 1 miljard kilogram CO2).
-
Overige broeikasgassen
De uitstoot van 1 megaton lachgas staat gelijk aan 265 megaton CO2-equivalent en de uitstoot van 1 megaton methaan aan 28 megaton CO2-equivalent. Het effect van F-gassen is flink groter. Bijvoorbeeld, 1 megaton zwavelhexafluoride (SF6) staat gelijk aan 23,5 duizend megaton CO2-equivalent.
-
-
Perioden
-
2019 1e kwartaal
-
2019 2e kwartaal
-
2019 3e kwartaal
-
2019 4e kwartaal
-
2019
-
2020 1e kwartaal
-
2020 2e kwartaal
-
2020 3e kwartaal
-
2020 4e kwartaal
-
2020
-
2021 1e kwartaal
-
2021 2e kwartaal
-
2021 3e kwartaal
-
2021 4e kwartaal
-
2021
-
2022 1e kwartaal
-
2022 2e kwartaal
-
2022 3e kwartaal
-
2022 4e kwartaal
-
2022
-
2023 1e kwartaal*
Provisional figures Voorlopige cijfers
-
2023 2e kwartaal*
Voorlopige cijfers
-
2023 3e kwartaal*
Voorlopige cijfers
-
2023 4e kwartaal*
Voorlopige cijfers
-
2023*
Voorlopige cijfers
-
2024 1e kwartaal*
Voorlopige cijfers
-
2024 2e kwartaal*
Voorlopige cijfers
-
2024 3e kwartaal*
Voorlopige cijfers
-
Toon opties
Variabelen kunnen gesleept worden naar de kop, rijen of kolommen van de tabel. In de kop is maar één item van een variabele te selecteren.
| ||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||||||||||||||||||||||||||
| 2019 1e kwartaal | 2019 2e kwartaal | 2019 3e kwartaal | 2019 4e kwartaal | 2019 | 2020 1e kwartaal | 2020 2e kwartaal | 2020 3e kwartaal | 2020 4e kwartaal | 2020 | 2021 1e kwartaal | 2021 2e kwartaal | 2021 3e kwartaal | 2021 4e kwartaal | 2021 | 2022 1e kwartaal | 2022 2e kwartaal | 2022 3e kwartaal | 2022 4e kwartaal | 2022 | 2023 1e kwartaal* | 2023 2e kwartaal* | 2023 3e kwartaal* | 2023 4e kwartaal* | 2023* | 2024 1e kwartaal* | 2024 2e kwartaal* | 2024 3e kwartaal* | ||
miljard kg CO2-equivalent | ||||||||||||||||||||||||||||||
Totaal broeikasgassen | Totaal klimaatsectoren | 54,2 | 41,8 | 38,9 | 50,7 | 185,7 | 48,6 | 36,1 | 38,0 | 46,1 | 168,8 | 49,5 | 39,7 | 36,4 | 46,0 | 171,5 | 44,8 | 36,8 | 35,5 | 41,3 | 158,4 | 42,4 | 34,1 | 31,6 | 38,8 | 146,8 | 40,9 | 32,8 | 31,6 | |
Industrie | 13,9 | 13,5 | 13,4 | 13,8 | 54,6 | 13,8 | 12,7 | 13,2 | 13,7 | 53,3 | 13,5 | 13,9 | 13,4 | 12,8 | 53,6 | 13,0 | 12,4 | 11,8 | 12,0 | 49,2 | 11,9 | 11,2 | 11,4 | 12,0 | 46,6 | 12,0 | 11,8 | 11,6 | ||
Elektriciteit | 12,4 | 9,1 | 8,7 | 11,3 | 41,6 | 8,5 | 6,5 | 8,8 | 8,7 | 32,5 | 9,0 | 6,5 | 7,3 | 9,6 | 32,4 | 7,8 | 6,6 | 8,3 | 7,9 | 30,5 | 7,5 | 5,0 | 5,2 | 5,9 | 23,5 | 6,2 | 4,2 | 4,8 | ||
Mobiliteit | 8,4 | 8,8 | 8,4 | 8,7 | 34,2 | 7,7 | 7,0 | 7,7 | 7,4 | 29,9 | 6,8 | 7,6 | 7,5 | 7,8 | 29,7 | 6,9 | 7,6 | 7,2 | 7,8 | 29,5 | 7,7 | 8,3 | 7,0 | 7,7 | 30,6 | 7,3 | 7,3 | 7,0 | ||
Landbouw | 7,9 | 6,4 | 6,0 | 7,3 | 27,5 | 7,7 | 6,2 | 6,0 | 7,2 | 27,0 | 7,8 | 6,5 | 6,0 | 6,8 | 27,0 | 7,0 | 6,0 | 5,4 | 6,1 | 24,5 | 6,8 | 6,0 | 5,8 | 6,3 | 24,9 | 7,0 | 6,1 | 5,7 | ||
Gebouwde omgeving | 10,5 | 2,9 | 1,3 | 8,5 | 23,1 | 9,8 | 2,6 | 1,3 | 7,9 | 21,6 | 11,3 | 4,1 | 1,1 | 7,8 | 24,3 | 8,9 | 3,0 | 1,5 | 6,2 | 19,6 | 7,6 | 2,6 | 1,3 | 5,8 | 17,3 | 7,4 | 2,4 | 1,5 | ||
Landgebruik | 1,2 | 1,2 | 1,2 | 1,2 | 4,7 | 1,1 | 1,1 | 1,1 | 1,1 | 4,4 | 1,1 | 1,1 | 1,1 | 1,1 | 4,4 | 1,3 | 1,3 | 1,3 | 1,3 | 5,1 | 1,0 | 1,0 | 1,0 | 1,0 | 3,8 | 1,1 | 1,1 | 1,1 | ||
Koolstofdioxide (CO2) | Totaal klimaatsectoren | 46,8 | 34,8 | 31,9 | 43,4 | 156,9 | 41,3 | 29,2 | 31,2 | 39,0 | 140,7 | 42,3 | 32,8 | 29,7 | 39,0 | 143,9 | 38,0 | 30,3 | 29,1 | 34,7 | 132,1 | 35,7 | 27,7 | 25,2 | 32,2 | 120,9 | 34,3 | 26,4 | 25,3 | |
Industrie | 12,2 | 11,7 | 11,6 | 12,1 | 47,6 | 12,2 | 11,0 | 11,6 | 12,1 | 46,9 | 11,9 | 12,4 | 11,8 | 11,3 | 47,4 | 11,6 | 11,1 | 10,5 | 10,6 | 43,7 | 10,5 | 10,0 | 10,2 | 10,8 | 41,5 | 10,7 | 10,5 | 10,3 | ||
Elektriciteit | 12,3 | 9,1 | 8,7 | 11,2 | 41,3 | 8,4 | 6,5 | 8,7 | 8,7 | 32,3 | 8,9 | 6,4 | 7,3 | 9,6 | 32,2 | 7,7 | 6,5 | 8,2 | 7,9 | 30,3 | 7,4 | 5,0 | 5,1 | 5,9 | 23,4 | 6,2 | 4,1 | 4,8 | ||
Mobiliteit | 8,2 | 8,6 | 8,2 | 8,5 | 33,5 | 7,6 | 6,8 | 7,5 | 7,3 | 29,2 | 6,6 | 7,4 | 7,4 | 7,7 | 29,1 | 6,7 | 7,5 | 7,1 | 7,6 | 28,9 | 7,5 | 8,1 | 6,8 | 7,6 | 30,0 | 7,2 | 7,2 | 6,9 | ||
Landbouw | 2,8 | 1,5 | 1,2 | 2,3 | 7,8 | 2,6 | 1,4 | 1,2 | 2,3 | 7,5 | 2,8 | 1,7 | 1,3 | 1,9 | 7,8 | 2,1 | 1,3 | 0,8 | 1,4 | 5,5 | 2,0 | 1,3 | 1,1 | 1,6 | 6,0 | 2,2 | 1,4 | 1,0 | ||
Gebouwde omgeving | 10,3 | 2,8 | 1,2 | 8,3 | 22,6 | 9,5 | 2,5 | 1,3 | 7,8 | 21,1 | 11,1 | 4,0 | 1,0 | 7,7 | 23,7 | 8,7 | 2,9 | 1,5 | 6,1 | 19,2 | 7,4 | 2,6 | 1,2 | 5,6 | 16,8 | 7,2 | 2,4 | 1,4 | ||
Landgebruik | 1,0 | 1,0 | 1,0 | 1,0 | 4,0 | 0,9 | 0,9 | 0,9 | 0,9 | 3,6 | 0,9 | 0,9 | 0,9 | 0,9 | 3,7 | 1,1 | 1,1 | 1,1 | 1,1 | 4,4 | 0,8 | 0,8 | 0,8 | 0,8 | 3,1 | 0,9 | 0,9 | 0,9 | ||
Overige broeikasgassen | Totaal klimaatsectoren | 7,5 | 7,1 | 7,0 | 7,3 | 28,8 | 7,3 | 6,9 | 6,8 | 7,1 | 28,0 | 7,2 | 6,8 | 6,7 | 6,9 | 27,6 | 6,8 | 6,5 | 6,4 | 6,6 | 26,4 | 6,7 | 6,4 | 6,3 | 6,5 | 26,0 | 6,7 | 6,4 | 6,3 | |
Industrie | 1,8 | 1,8 | 1,7 | 1,7 | 7,0 | 1,6 | 1,6 | 1,6 | 1,6 | 6,4 | 1,6 | 1,5 | 1,5 | 1,5 | 6,2 | 1,4 | 1,4 | 1,4 | 1,4 | 5,5 | 1,3 | 1,3 | 1,3 | 1,3 | 5,1 | 1,3 | 1,2 | 1,3 | ||
Elektriciteit | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 0,2 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,2 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,3 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,2 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,2 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | ||
Mobiliteit | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,7 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,6 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,6 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,6 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,6 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | ||
Landbouw | 5,1 | 4,8 | 4,8 | 5,0 | 19,6 | 5,0 | 4,8 | 4,8 | 5,0 | 19,6 | 5,0 | 4,8 | 4,7 | 4,8 | 19,3 | 4,9 | 4,7 | 4,6 | 4,7 | 18,9 | 4,8 | 4,7 | 4,7 | 4,7 | 18,9 | 4,9 | 4,7 | 4,6 | ||
Gebouwde omgeving | 0,2 | 0,1 | 0,0 | 0,2 | 0,6 | 0,2 | 0,1 | 0,0 | 0,2 | 0,5 | 0,2 | 0,1 | 0,0 | 0,2 | 0,6 | 0,2 | 0,1 | 0,1 | 0,2 | 0,5 | 0,2 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,5 | 0,2 | 0,1 | 0,1 | ||
Landgebruik | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,7 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,7 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,7 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,7 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,7 | 0,2 | 0,2 | 0,2 |
Bron: CBS